wil noemen: ik zeg, dit woord voert mij daarheen, omdat wij zoo weinig meubels noodig zouden hebben en zoo gelukkig met dat weinige zouden zijn, indien slechts onze huizen gebouwd werden zooals ze moesten. Zelfs onder de tegenwoordige omstandigheden moeten wij als motto aannemen: hoe minder hoe liever, overmaat van meubelen belemmert de rust van een lui mensch en staat een ijverig man in den weg, en bovendien zullen wij, indien wij werkelijk gevoel voor kunst hebben, geneigd zijn uit te sparen op overtollige zaken, zoodat wij wat op zijde kunnen leggen voor kunstwerken.
Ik ben er van overtuigd, dat eenvoud het noodige is bij het meubeleeren, ik bedoel voornamelijk voorzoover het de hoeveelheid en in de tweede plaats de soort en de wijze van ontwerpen betreft. De stoffeering onzer huizen moet uitdrukking geven aan het leven dat wij leiden of wenschen te leiden; en indien er iets gezegd kan worden ten voordeele van de Engelsche burgerklasse, die in onzen tijd vaak terecht gelaakt wordt, is het, dat hij bij alle bekrompenheid, waarvan men hem met meer of minder recht beschuldigt, een mate van gezond verstand bezit, die niet geheel van verdienste is ontbloot. Zooals de menschen zijn, zoo behooren hun huizen te zijn: zij moeten het leven der fatsoenlijke burgers weergeven, die degelijke en gegronde redenen hebben voor wat zij doen. Het is eenvoudig belachelijk in mijn oog, dat wij zouden trachten de ondeugden der Borgia's of de verbasterde en onzinnige grillen der geblaseerde en verloopen Fransche aristokratie uit den tijd van Lodewijk den Vijftiende nabootsen. Daarom moeten onze meubelen goed en degelijk afgewerkt worden en geen wanstaltigheden of buitensporigheden vertoonen, ook niet waar het de versiering betreft, willen wij er niet spoedig genoeg van krijgen. De vervaardiging