Naar inhoud springen

Pagina:Winkler-Zand en duinen (1865).djvu/91

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
79
DE DUINEN VAN FRANKRIJK.

bodem van deze kleine binnenzee nog 40 mètres beneden den zeespiegel ligt. Ook de groote vijver van Biscarosse, die de wateren van het meer van Cazaux ontvangt door een afvoerkanaal, dat door den mensch verbeterd is, was ook eenmaal een zeeboezem: digt aan den binnenvoet der duinen is hij 28 mètres diep. Zuidelijker ligt de vijver van Aureilhan, welks bodem eveneens lager ligt dan de zeespiegel bij laag water. De oceaan, die steeds bezig is om zijne kusten vlak te spoelen, heeft langzamerhand van zijn eigen boezem al die baaijen der Landes afgesneden die voorheen ver in het land drongen. Door middel van zijne door den noordwesten wind voortgestuwde golven en door den stroom die van het noorden naar het zuiden langs de kust loopt, heeft hij langzamerhand een zanddijk aan den mond van die waterplassen opgeworpen. Zoo zijn de oude zeeboezems van het land van Born van de zee afgesneden geworden door de langzame ophooping van zand, en zijn zij door het regenwater en dat der bronnen veranderd geworden in zoetwater-meren.

Het land van Marensin, een naam dien men wil dat afkomstig is van maris sinus, zeeboezem, bezit even als de landen van Buch en Born groote vijvers. Deze waterplassen die eveneens door de duinen in den loop der eeuwen van de zee zijn afgesneden, ontlasten zich door afvoerkanalen. Doch de kust van Marensin is veel minder bewegelijk dan die van Born, Buch en Medoc. De overlevering en de verschillende overblijfselen uit den tijd der middeneeuwen bewijzen dat sedert den geschiedkundigen tijd de golven der zee van Gascogne