Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/56

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
44
DE SCHAESBERG. — SCHIN OP GEUL.

tweede brug over een anderen arm der Geul, gaan nog een klein eind rechtuit, welk gedeelte dezer straat "St.-Peter" heet, tot aan het klooster der Franciscanessen. Daar slaan we rechts om, de "Oostergats" in, wandelen een minuut of vijf langs de kloostermuren en zijn nu geheel buiten.

Op aangenamer wijze begint men deze wandeling zoo men in de hoofdstraat, reeds vóór de Geulbrug, bij de Societeit rechts af de fraaie lindenlaan, "Achter de bogen" genaamd, doorgaat, vervolgens rechtuit langs de Geul en het "Walramsplein" tot aan de sluis. Deze gaat men dan over, den achterweg, "Aan de Erken" (sluizen) geheeten, langs, door het "Molenstraatje", waarna men vlak tegenover den molen in »St.-Peter" uitkomt, en dan rechts af gaat tot aan het klooster, gelijk hierboven werd opgegeven.

Spoedig komen we nu onder den indruk eener liefelijke natuur. Aan de rechterzijde van den weg krachtige, gezonde Noteboomen, en daaronder een heg, laag genoeg om er overheen te kunnen zien, zoodat het uitzicht op een tweetal dicht begroeide bergen in de verte geheel vrij blijft. Ter linkerzijde heeft men geen uitzicht, daar even voorbij het klooster de berghelling begint, die met dicht kreupelhout begroeid is.

Na een minuut of vijf hebben wij de notenlaan bereikt, die ons reeds op eenigen afstand met hare frissche schaduw tot zich lokte. Het is hier zoo heerlijk, dat we het maar kalmpjes aanleggen, om er des te langer van te genieten. Na een kort poosje komen we aan het Kasteel Oost, welks gele muren reeds op een afstand de opmerkzaamheid trekken.

Limburg is nog rijk aan oude kasteelen, niette-