Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrich1890 In en om Valkenburg.djvu/86

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
74
GEULEM.

— Dat ze tot op die diepte zich door den steen zouden gewerkt hebben? Toch is het ongetwijfeld zoo. Dat het verwondering wekt is natuurlijk, maar het is ver van onmogelijk. Integendeel, 't is waar. Het zijn levende boomwortels en die moeten van hierboven groeiende boomen afkomstig zijn, ware de steenmassa zelfs honderd Meter dik en nog dikker. 't Is intusschen een hoogst opmerkelijk voorbeeld van het vermogen der wortels, om zich door een schijnbaar voor hen ondoordringbaren bodem zelfs tot op aanzienlijke diepte een weg te banen.

Een andere merkwaardigheid is een soort van Zwam, die in deze grot eenige jaren geleden op een enkele plaats tegen den wand ontdekt is[1]. 't Is een gewas dat slechts zeldzaam en dan nog alleen in volkomen donkere holen wordt aangetroffen, en het voorkomen heeft van dunne wortels, die zich in alle richtingen als draden van een spinneweb uitbreiden. Fraai is het niet, maar interessant wordt het zeker, als men zich afvraagt, wat tot het ontstaan dezer planten, zoo diep in deze spelonk, aanleiding kan hebben gegeven.

Op een andere plaats is de wand allerwege als bedekt met vliegen, iets kleiner dan onze gewone huisvlieg. Deze komen, gelijk Coppée ons vertelde, alleen op die plek voor, en ze zijn daar reeds jaren altijd gezien.

Waarom niet ook elders? Hoe kwamen ze hier en wat noopt deze dieren zich slechts eenige meters

  1. Om hare gelijkenis met wortels en haar uitsluitend onderaardsch voorkomen werd aan deze zeldzame plant den naam gegeven van Rhizomorpha subterranea.—Ook in de Valkenburger grot, en wel in een der uitgehouwen kamertjes, komt deze Zwam zeer fraaì voor.