Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/378

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

238

afgebeelde variëteit mij aanleiding geeft deze planten te bespreken, wil ik meteen trachten haar wat meer in de gunst mijner lezers te brengen.

Het geslacht Hydrangea is tamelijk rijk aan soorten, deels in Noord- Amerika, in Nepaul, in China, doch voornamelijk in Japan inheemsch, en het kan ons derhalve niet verwonderen dat de Noord-Amerikaansche soorten het allereerst hare intrede in de Europesche tuinen deden.

Dit was het geval met de boomachtige H. (Hydr. arborescens), ten onregte alzoo genoemd, daar ook deze soort niet meer dan een heester van ½ tot 2 meter hoogte vormt. De onaanzienlijke, groenachtige bloemen maken hem echter voor de liefhebbers niet zeer aanbevelenswaardig.

Veel fraaijer is de in 1786 uit Carolina ingevoerde witte H. (Hydr. nivea), welke naam doelt op de kleur van de ondervlakte der bladeren. Deze oude plant verdient inderdaad wel een bescheiden plaatsje in de tuinen, daar de genoegzaam witte bloemen, tot groote bloeitoppen vereenigd, haar in Augustus tot een waar sieraad verstrekken, en frisch en vrolijk tegen het groen der bloemen uitkomen.

Is Japan het vaderland bij uitnemendheid der Hydrangea's, waarvan er echter zonder twijfel eenige reeds in overoude tijden uit China zijn ingevoerd, de aldaar gevondene soorten munten ook door hare fraaije bloemen ver boven de Noord-Amerikaansche uit.

De eerste welke wij daarvan leerden kennen is de in China inheemsche en vandaar in Japan ingevoerde gewone Hortensia (Hydr. Hortensia). Deze soort werd door den Franschen kruidkundige Commerson, die gedurende 1766-69 Bougainville op zijn reis om de wereld vergezelde, en in 1773 op Isle de France overleed, Peautia genoemd, naar Hortense la Peaute, eene Fransche dame, die zich veel met astronomie bezig hield, welke naam daarna door de Jussieu in Hortensia veranderd werd. Toen nu later bleek dat deze plant tot het reeds bekende geslacht Hydrangea behoorde, noemde Curtis haar H. hortensis, d.w.z. de Hydrangea der tuinen, tot eindelijk De Candolle, begrijpende dat de billijkheid medebragt, althans zóóveel van de eerste benaming te behouden als mogelijk was, haar H. Hortensia noemde, en derhalve het substantivum van de Jussieu als adjectivum bezigde. Wel is waar zijn beide namen vrij gelijkluidend, maar ze hebben toch een geheel verschillende beteekenis.

Deze, in 1790 in den tuin te Kew bij Londen ingevoerde plant werd in 1799 door Curtis, in het 13e deel van zijn Botanical Magazine, onder den straks genoemden naam afgebeeld en beschreven, en, uit hoofde harer zeer sierlijke bloemen en gemakkelijke vermenigvuldiging, al vrij spoedig door Europa verspreid.

In het jaar 1841 werden door de Heeren Pierot, Teysmann en Hasskarl niet minder dan 45 kisten en vaten met levende japansche en O.-Indische planten van Java naar Nederland gezonden, voor de Kon. Nederl. Maatschappij tot aanmoediging van den tuinbouw, welke zich aanvankelijk ten doel stelde op krachtige wijze den invoer van planten uit onze O.-Indische Bezittingen en Japan te bewerkstelligen, welk plan echter later, ten gevolge van onderscheidene moeijelijkheden, opgegeven werd. Van die geheele bezending kwamen hier slechts 17 japansche en 60 javasche planten levend aan, en onder deze behoorde ook de reeds vroeger door von