Naar inhoud springen

Pagina:WitteHeinrichFlora1868.djvu/416

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

264

Niet alleen zijn hier ál de genitaliën, meeldraden en stampers, in bloemblaadjes overgegaan, maar het aantal daarvan is nog aanzienlijk toegenomen, en ze zitten zóó digt opeen, dat de kelkslippen, die bij de enkelde wijd uitstaan, bij deze door de drukking der bloemblaadjes naar beneden omgeslagen zijn.

Reeds zeer vroeg in 't voorjaar ontluiken de eerste bloemen, en niet zelden verrast de eerste najaarsvorst den heester nog in rijken bloei.

De wijd uitstaande takken, de niet digt opeengedronge bladeren, het levendige groen van deze, geven dezen heester een luchtig, en daardoor zeer bevallig voorkomen, vooral wanneer hij in vollen bloei staat, wat, al bloeit hij ook den geheelen zomer door, toch natuurlijk niet altijd het geval is.

Tusschen andere heesters geplant, komen deze heldere bloemen daar vrolijk uit te voorschijn, maar zeer goed kan de Kerria ook aangewend worden ter bedekking van eenen lagen muur of eene tegenover het Zuiden staande schutting.

Ik wil gelooven dat het waar is, wat Von Siebold zegt: „dat deze heester in Japan nog beter effect maakt," maar zeker is het, dat wij alle reden hebben om over hem tevreden te zijn.

Hij weêrstaat onze winters zeer goed zonder de minste bedekking; slechts willen de toppen der takken wel wat afsterven, wat somtijds ook met den geheelen stengel het geval is. Daar hij echter bossig groeit en zeer vlug uitloopt, schaadt dit eigenlijk niet.

Zonderling inderdaad is het, dat de één voor dezen heester een vochtigen grond aanbeveelt (le Bon Jardinier), terwijl de ander aan eene niet vochtige standplaats de voorkeur geeft (de Vos l.c.). Voor zooverre ik op eigene ondervinding afgaan kan, houd ik 't er voor, dat een vochtige grond, die niet te zwaar of te koud is, en een droogere, die niet te ligt is, beide goed zijn. Over 't algemeen kan men aannemen, dat de plant in elken niet al te slechten tuingrond groeijen zal.

Daar de bloei reeds vroeg in 't voorjaar begint, snoeije men dezen heester bij voorkeur wanneer de eerste, mildste bloei voorbij is.

De meeste waarde der tweede variëteit, de zilverbonte, voor eenige jaren met nog al wat beweging ingevoerd, ligt in de afwijkende kleur der bladeren. Liefhebbers van bonte planten zullen haar dus zeker met genoegen zien. In deze, tegenwoordig zoozeer gezochte rubriek, komt ze zeker zeer goed in aanmerking.

De vermenigvuldiging geschiedt zeer gemakkelijk en spoedig door stekken. Oude heesters kan men ook scheuren, maar de stekplanten groeijen zóó spoedig op, dat het noodeloos is daartoe zijne toevlugt te nemen.