Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/91

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
64
NAAR NOL IN ’T BOSCH.

voor een vierwielig rijtuig absoluut onbruikbaar is. Maar er is een zeer goed voetpad, nú ter rechter, dan ter linkerzijde, zoodat hij voor den wandelaar hoegenaamd geen bezwaar oplevert.

Gedurende geruimen tijd volgen wij dien, altijd tusschen de ruim twintigjarige dennenbosschen, tot hij eindelijk aan de rechterzijde open en dus lichter wordt, wijl hij daar langs een laag eikenboschje loopt.

Aan het einde daarvan zien we een tegen een boom gespijkerd bord, waarop wij lezen dat dit het "Hertenbosch" is,

Dit naambord is ons tevens een aanduiding dat we hier aan de zeer uitgestrekte bosschen gekomen zijn, toebehoorende aan Mevrouw Lemaître-Buse, welke keurig onderhouden bosschen in alle richtingen door zeer gelijke en fraaie wegen zijn doorsneden, aan den hoek van welken geregeld de naam er van op een duidelijk bord is aangeduid.

Voor de logé's van Nol in 't Bosch zijn die bosschen veel waard en is die aanduiding een groot gemak. Jammer dat er niet een kaartje van verkrijgbaar is, wat zeker nog veel meer tot wandelingen in alle richtingen zou uitlokken.

De weg wordt hier veel breeder en lichter; rechts Beuken met dennenbosch daarachter, en spoedig levert een prachtige laan ter rechterzijde het bewijs van het daareven gezegde.

De weg splitst zich nu in een breeden karreweg en een zeer gelijk wandelpad, en spoedig buigt hij linksom, waar we nu weer een mooie laan ter rechterzijde zien, dien we ook voorbij gaan.

Eenige schreden verder is een duidelijk herkenbaar voetpad over de hei, waaraan verspreide opslag-Dennen