Pagina:WitteHeinrichWandelBennekom1902.djvu/96

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
69
RENKUM, ORANJE-NASSAU'S-OORD.

gebruik zal vermoedelijk ook onder het nieuwe regime den rustigen wandelaar wel niet ontzegd worden[1].

De oprijlaan ten einde gekomen, staat men op den Arnhem-Utrechtschen straatweg, en wel aan den van Wageningen afgekeerden voet van den Wageningschen berg.

Hier kan men, zoo men daaraan de voorkeur geeft, ook komen over Renkum. Men gaat dan van Nol in 't Bosch af dezelfde donkere laan in en houdt die rechtuit. Bij de vroegere oliemolen Kortenburg gaat men over een paar brugjes heen, rechtsom langs de papierfabriek en daarna linksom in de richting naar Renkum.

Men komt dan boven op de vlakte, en kan het zoo aanleggen, dat men in het midden of tennaasten bij aan het einde van dit vriendelijke dorp uitkomt. Wil men het wat nader leeren kennen, dan houdt men links; om daarna, in het dorp gekomen, rechts af te gaan. Men is is dan ook op den Utrechtschen straatweg en komt dus, dien volgende, op hetzelfde punt terecht.

Van Oranje-Nassau's-Oord kan men, den langzaam oploopenden straatweg houdende, naar 't bekende hôtel de Wageningsche Berg wandelen, maar men kan ook anders en beter doen.

Niet ver van de plaats waar men zich nu bevindt in schuine richting aan de andere zijde van den weg, gaat men een boschpaadje in, 't welk langs den bovenrand van den berg naar het hôtel loopt. Dit is een wandelpad

  1. Wij vernemen daar juist dat voor het bezoek in 't vervolg persoonlijke kaarten zullen worden afgegeven voor ƒ 1.—, ten bate van het Emma-fonds. Dat die gevorderd zullen worden voor vreemdelingen, die slechts éénmaal deze wandeling willen maken, schijnt echter niet de bedoeling te zijn.