Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/99

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
81
IN DE „NEUE WELT.”


ternis, die zich dan wel wat lang laat wachten, het ontsteken van duizenden gasvlammen rechtvaardigt, levert die uitgestrekte ruimte, met haar kolossale gebouwen, met haar grootsch orkest, vóór het welke een breed amphiteater en een ruime vlakte dan dicht bezet zijn met een vroolijke bevolking, die 't benijdenswaardige karakter bezit van, als 't namiddag wordt, de zorgen des levens achter slot en grendel te bergen en zich, met een voor ons onbegrijpelijke gemakkelijkheid, aan het genot van 't oogenblik over te geven, met haar kleinere, doch smaakvolle muziektempels ter linker- en ter rechterzijde, op vrij aanzienlijken afstand van het groote orkest, met haar gazons en bloemperken, met haar amusementen van allerlei aard, straks door een knallend vuurwerk afgewisseld, een tooneel op, dat men moet gezien hebben, om zich er een goed denkbeeld van te kunnen vormen.

Onafgebroken ruischen hier dan de tonen der muziek door de lucht. Muziek is voor de bevolking van Weenen even onmisbaar als het dagelijksch brood, als frissche lucht. De laatste kunnen ze, vooral 's zomers, in de heete, stofferige straten niet vinden, en