Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/242

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
226
KNUTSELWERK.

er twee zijn—volkomen droog en dus niet meer kil op het gevoel wezen.

Dan kan men er verder mee doen wat men wil, maar altijd moet men toch voorzichtig zijn, ze niet in een warme, droge kamer lang bloot te laten liggen, allerminst ze door de zon laten kussen; dit laatste kunnen ze volstrekt niet velen.

Dat men zich hierbij niet uitsluitend tot Varenbladeren behoeft te bepalen, begrijpt men van zelf wel, ofschoon deze er toch zeker de hoofdrol bij spelen, zoowel omdat ze, dun zijnde, gemakkelijk vlak uit te leggen zijn, als omdat ze spoedig drogen, meestal goed hun kleur houden en een schier eindelooze verscheidenheid van sierlijke vormen aanbieden.

Ook sommige Mossen kunnen hierbij goed te pas komen, terwijl enkele andere, zeer fijnbladerige planten er fraai bij kunnen worden aangewend.[1]

De keus is ruim genoeg en verscheidenheid kan, mits goed toegepast, niet schaden.

Mij dunkt, ik zie de Varenkassen reeds geplunderd. Nu, gebrek is er niet aan, en om de kosten behoeft niemand het te laten.

Welke onzer dames geeft mij het eerste product van zulk „knutselwerk present? Ik zelf heb er heusch geen tijd voor.

  1. Voor die er belang in stellen noem ik hier een drietal in de kas gekweekte planten, die zich er uitnemend toe leenen. Ze zijn bij de bloemisten wel bekend onder de namen Modeola asparagoides en Asparagus plumosus en tenuissimus. De beide laatsten behooren tot het geslacht der Asperge. Trouwens takjes van de gewone Aspergeplant (Asparagus officinalis) zijn hierbij mede niet te versmaden.