Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/52

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
36
EEN GRIL VAN DE NATUUR.

het geval? Dat er nu en dan witte uit blauwe ontstaan zou mij het laatste doen vermoeden‚ want dán alleen kan van terugslag sprake zijn.

En hoe staat het met de afkomst der roode? Dit weet ik niet.

Ook kan het zijn dat, aangenomen dat de blauwe de eerste geweest is, deze door hybridisatie uit of door een witte is ontstaan. Daar de overbrenging van het stuifmeel uit de ééne bloem in de andere in den regel aan de insecten wordt overgelaten, en men dus, aangenomen dat men noteerde wie de moeder was, omtrent het vaderschap in volkomen onzekerheid verkeert, is hier het veld der gissingen geheel vrij.

't Kan wel zijn dat een onzer bollenkweekers omtrent de geschiedenis dezer echt nationale variëteit nadere bijzonderheden kan mededeelen, waarmede hij mij zeer zou verplichten, ook al moest hij het een of ander door mij aangevoerde regelrecht tegenspreken.

Voor een toevallige variatie kan ik dit verschijnsel niet aanzien; in het ééne geval, bij volkomen kleurverandering, houd ik het voor terugslag en het andere voor een poging daartoe; een wankelen, een aarzelen tusschen de ééne en de andere.

Met de roode moet m.i. hetzelfde het geval zijn.

Als de blauwe Baron van Tuyll de eerste bekende is geweest, kan die wellicht uit een roode en witte als vader en moeder, of omgekeerd ontstaan zijn. Dit komt mij zelfs zeer waarschijnlijk voor.

Maar, als ik mij nu afvraag: hoe komt het dat in een collectie bollen van dezelfde herkomst, die op hetzelfde bed, geheel onder dezelfde omstandigheden gekweekt worden, er één is die zich zulk een gril veroorlooft, dan kom ik met al