Naar inhoud springen

Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant/Jaargang 159/Nummer 139/Bond van Notarisklerken in Nederland

Uit Wikisource
‘Bond van Notarisklerken in Nederland’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, maandag 16 juni 1930, eerste blad, [p. 3]. Publiek domein.
[ eerste blad, 3 ]

BOND VAN NOTARISKLERKEN IN NEDERLAND.

Zaterdagmiddag werd in hotel Noord-Brabant de 13e jaarvergadering van den Bond van Notarisklerken in Nederland voortgezet.
Aan de orde werd gesteld verslag inzake den stand van het klerkenpensioen, waaromtrent uitvoerig bericht is in een bijvoegsel van „De notarisklerk”.
De voorzitter de heer Matthijs betoogde, dat de zaakwaarnemerij geen beletsel zal kunnen vormen voor toetreding tot het pensioenfonds.
De heer De Jong (Haarlem) vroeg of het wel noodig was besprekingen te voeren. Of is de zaak zoo dat men zal hebben te aanvaarden dit of niets.
Spr. ontwikkelde eenige bezwaren tegen het pensioenfonds, waarbij hij het o.m. zeer vreemd vond, dat de verzekerden zelf niets te zeggen hebben. Het verwonderde hem dat in het stichtingsbestuur zitting hebben drie notarissen en twee klerken. Beter ware b.v. twee notarissen, twee klerken en één onpartijdig lid.
Spr. vond het gewenscht dat de verzekerden hun verzekering zouden kunnen continueeren als zij buiten het notariaat gaan.
De afgevaardigde der afd. Leeuwarden verklaarde namens deze het werk der voorbereidende commissie zeer te waardeeren.
Tegen het concept-statuten maakte spr. eenige bedenkingen. De verhoudingen in het voorgestelde bestuur der stichting deugen z.i. niet. Wanneer de regeling eenmaal aangenomen is, dan zijn de klerken absoluut gebonden, want een der bepalingen der statuten is dat het reglement te allen tijde door het bestuur kan worden gewijzigd en aangevuld.
De meerderheid van het bestuur wordt gevormd door notarissen en nu is het mogelijk, dat er eerlang functionarissen aan het bewind komen, die de klerken minder genegen zijn.
De afdeeling Den Haag betoogde, dat het niet aangaat niet-leden van den Bond te laten profiteeren van de overeenkomst.
Verscheidene afgevaardigden vroegen voorts nog toelichtingen op onderdeelen.
De afgevaardigde van Den Bosch betoogde, dat er 10 jaar gestreden is voor men op dit punt was aangekomen. Hij wees er op dat thans eenig eigenbelang in het spel komt. Thans moet men vooral hebben vertrouwen in het hoofdbestuur en ook in de patroons.
De heer Schaap, eerelid van den bond, was van oordeel, dat verscheidene bezwaren, die bij iedere verzekering voor den dag komen, wel weggecijferd kunnen worden. Zijn eenig bezwaar was, dat menschen die zich nooit iets aan den bond gelegen hebben laten liggen, dezelfde rechten zullen krijgen. Maar in ieder geval adviseerde hij de regeling te aanvaarden; het hoofdbestuur kan dan nog zien of er iets verder te doen is.
De voorzitter beantwoordde daarna de verschillende sprekers; hij lichtte daarbij toe, dat de niet-leden niet uitgesloten kunnen worden. Met practische voorbeelden verduidelijkte hij dat. De meening is bovendien, dat de niet-leden naar den bond gedreven worden, omdat daar hun positie als lid der stichting sterker is.
Vervolgens zette hij uiteen, dat de verhouding in het bestuur geen vrees voor moeilijkheden behoeft op te leveren.
Voorts betoogde hij, dat de polisvoorwaarden uitstekend in orde zijn.
In den breede werden overigens tal van gedetailleerde inlichtingen verstrekt ook op practische vragen, die nader uit de vergadering naar voren kwamen.
De heer De Jong bepleitte nog de noodzakelijkheid, dat er in het contract wordt vastgelegd, dat bij het verlaten van het notariaat, zonder dat men zaakwaarnemer wordt, een verzekerde het recht heeft de verzekering te continueeren.
De voorzitter verklaarde van oordeel te zijn, dat daartegen geen bezwaar zal bestaan.
De afgevaardigde van Leeuwarden bleef het gewenscht achten, dat het vijfde lid in het stichtingsbestuur onpartijdig is.
Spr. kweet zich voorts van een hem verleende opdracht door het indienen van een motie der afd. Leeuwarden, waarin wordt gezegd, dat, waar de definitieve voorstellen afwijken van de vroeger gedane toezeggingen, deze regeling niet aanvaard kan worden en waarin voorgesteld wordt aan de Broederschap van Notarissen te verzoeken nieuwe voorstellen te doen.
Opgemerkt werd, dat deze motie is opgesteld zonder dat men volkomen op de hoogte was.
Na uitvoerige gedachtenwisseling bleek de motie-Leeuwarden geen steun te vinden.
De stemming ter vergadering was dus zoodanig dat van verwerping der pensioenregeling geen sprake is.
De bedoeling is Zaterdag 21 Juni nog een nadere bespreking te hebben met de vertegenwoordigers der Broederschap, met één van wie de voorzitter inmiddels een telefonisch onderhoud had gehad.
Met eenige hier naar voren gekomen wenschen zal rekening worden gehouden.
Bij de rondvraag dankte de heer Groenheim (Den Bosch) het hoofdbestuur en speciaal den heer Matthijs voor de leiding dezer vergadering; hij verbond daaraan een aansporing tot de leden om groote actie te ontplooien.
Nadat nog eenige zaken van meer huishoudelijken aard, waren behandeld, sprak de voorzitter zijn verheuging uit over het besluit van deze vergadering.
Met een opwekkend woord sloot hij daarna te ruim 5 uur de vergadering.

Een storende fout in het verslag van de ochtendvergadering, opgenomen in ons nummer van Zaterdag, behoeft correctie. Ds alinea, waarin sprake was van een gift van ƒ 1000 moet aldus luiden:
Namens iemand, die absoluut onbekend wenscht te blijven, bood de voorzitter vervolgens een bedrag van ƒ 1000 aan voor het Ondersteuningsfonds, ter gelegenheid van het 12½-jarig jubilé van den bond.