Sinne- en minnebeelden/Gheen verblyden, als naer het lyden

Uit Wikisource
[ 108 ]

2. TIMO. 2. 5 .

Gheen verblyden, als naer het lyden.

DE rat loert op het speck, en wenscht het met verlangen,
Maer blijft doch uyt de val om niet te zijn gevangen,
Sy name wel het aes dat zy voor ooghen siet,
Maer vreest het ongemack, want dat en wilse niet.
Een yder wenscht in vreucht, hier na te mogen leven,
Doch op den engen wegh en wil hem niemant geven;
  Maer sonder diep gevaer, en sonder groote pijn,
  En kan noyt eenich mensch in rechte vreuchde zijn.