Theo van Doesburg/Lijstenaesthetiek
Lijstenaesthetiek | |
Auteur | Theo van Doesburg |
Genre(s) | Proza |
Brontaal | Nederlands |
Datering | in De Stijl, 3e jaargang, nummer 11 (september 1920): pp. 92-95. |
Bron | Digital Dada Library |
Auteursrecht | Publiek domein |
[p. 92:] [...] LIJSTENAESTHETIEK DOOR THEO VAN DOESBURG Opgedragen aan de ultra-individualistische kunstcritici o.a. ... De opvatting, dat een schilderij zonder lijst ten eenenmale ophoudt een schilderij te zijn, is nog niet zoo héél lang overgewonnen. In 1887 althans acht de recensent van „De Portefeuille”, de teekening: „Het Kasteel” van Thijs Maris „de kosten van de lijst niet waard.” Hoeveel die kosten precies bedroegen, meldt „De Portefeuille” niet. In 1887 was met den smaak van de versierde kapitalen nog niet te boven. Een windwijzer bovenop een Gothische F. was lang geen zeldzaamheid. Was het — om de kosten — niet doenlijk den lithografischen afdruk van een kunstwerk, van lijst te voorzien, dan hief men dit bezwaar op, door de lijst in een vers om te beelden. 92
Voorbeeld:
Zoodoende werd een simultaneïsme van twee kunsten, beeldende kunst en poësie, bereikt. Beseffen wij de waarde van deze ombeelding goed — dan zien wij ook, met onmiskenbaren trots terug op dat tijdperk, waarin Holland voorging denkbeelden in praktijk te brengen, die eerst veel later (in 1910) in Frankrijk onder R. Delaunay tot een schilderschool van groote esthetische beteekenis kristalliseerde (het Simultaneïsme). Uit deze, ten onrechte versmade esthetiek-volgens-de-lijst, kan dus wel degelijk een bepaalde kunstrichting ontstaan en wie zal ons zeggen welk een toekomst het samengaan van twee kunsten — beelding en vers — nog vóór zich heeft, wanneer wij alleen maar bedenken hoe in dienst der katholieke en socialistische kerk de schilderkunst zich bediende van toepasselijke citaten uit de H. Schrift of in meer moderne tijden van éen enkel vers zoo uit het hart der menschheid gegrepen, als: „Heil de arbeid zij maakt ons vrij” of „Uit Ellende slaat op de Vlam van Verzet, de Vlam van Verzet zal Ellende Verslinden.” Alle ombeelding, sublimeering van lijstemotie. Tot stijl geworden, door de inéénparing van twee zusterkunsten. Bij het volk is de zienswijze „volgens de lijst” nog in zwang. Onlangs reikte een kruier mij een lijst over met de woorden „nog een leêge schilderij.” Ik heb mij toen, niet zonder inspanning, toegelegd op deze speciale wijze van schilderijen zien .... volgens de lijst. Van toen af kon ik geen doek zonder lijst tegenkomen zonder de beteekenis der lijstenesthetiek te erkennen en mij af te vragen wat daar nu zoo’n volle lijst deed. Slechts door de ineenparing van leêge schilderij en volle lijst ontstaat wat wij zouden kunnen noemen het volle schilderij.
93
Misschien heb ik weer te hoog aangelegd om mijn doel te treffen. Ik begon met voorop te stellen, dat deze wijze van zien overwonnen is. Maar ik betrap mij op ’n infame leugen. Voor museum-directeuren is deze esthetiek nog geldend en het geheele probleem der moderne kunst vindt in de consequenties der lijsten-esthetiek zijn oplossing. Ik herinner mij het geval, dat ik éen en dezelfde volle lijst in twee verschillende leêge schilderijen exposeerde. Eén keer in een witte en een keer in ’n vergulde. De eerste keer kwam ik er slecht af. De „witte” werd niet waardig gekeurd met de vergulde éen appartement te deelen. De directeur van het museum, waar de tentoonstelling plaats had, had alle werken pendantsgewijze volgens het lijstkarakter gedetermineerd. Daar waren Fransche, Duitsche, Engelsche, Belgische profielen. Ter eere der heilige symmetrie onzer voorvaderen, werden deze profielen op de wijze der gelijkvormigheid gerangschikt, doch altijd zóó, dat het midden van elken wand in beslag werd genomen door een zeer groot stuk van welk het lijstenkarakter de volmaaktheid nabijkwam. Links en rechts werden dan twee stukken, in stand en maat gelijkwaardig, doch aanmerkelijk kleiner dan het middenstuk, geplaatst. Na onderzoek is mij zelfs gebleken, dat met het duimsgewijze uitmeten der kunstwerken vele dagen werden zoekgebracht. En dit is ook zeer begrijpelijk wanneer men bedenkt, dat een paar duim te veel of te weinig het geheele effect kan bederven. Met het ook op de steeds meer veldwinnende opvatting der monumentale indeeling is hier nu op de Academies in voorzien door een speciale klasse van: mathematische monumentale wandindeeling, welk vak een onderdeel uitmaakt der monumentale compositie.
94
van onzen tijd, die nog naar een eenheid tusschen schilderkunst en architectuur zoeken. Waren deze modernisten niet zulke verstokte intellectueele theoretici, „in wie alle onverwelkbare overleveringen in dwalingen zijn teloor gegaan” — zooals een onzer scherpste koppen der kunstkritiek het zeer juist uitdrukte — zij zouden „inplaats van een moord te plegen op elk natuurlijk leven”, beseffen, dat zij slechts in éen richting de verwezenlijking hunner idealen (zoo dit nog idealen zijn) te zoeken hebben.
Leiden, Augustus 1920. |