Naar inhoud springen

De Controleur/Nummer 1378/Uit den kritischen mallemolen

Uit Wikisource
Uit den kritischen mallemolen
Auteur(s) Theo van Doesburg
Datum Zaterdag 23 december 1916
Titel Uit den kritischen mallemolen
Tijdschrift De Controleur
Jg, nr, pg 27, 1378, z.p.
Opmerkingen Jacob Maris, Matthijs Maris en Willem Maris vermeld als de gebroeders Maris, Jan Toorop als Toorop, Johan Thorn Prikker als Thorn Prikker, Henri Borel als Borel, Frederik van Eeden als Van Eeden, Carel Dake als Dake
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Auteursrecht Publiek domein

Ingezonden.


Buiten de verantwoordelijkheid der Redactie.


Uit den kritischen mallemolen.


            Aan Bernard Toon Gils.


      Ja, mijn waarde, het is mij volstrekt niet ontgaan, dat ook en vooral de Rotterdamsche kunstkritiek zoo rot (passez moi je mot!) is. Mij dunkt het hoort zoo bij mekaar. De hedendaagsche kritiek, – zoowel de pro- als contra-moderne kunst – is een zich voortdurend vergissen. De phraseologie heeft daarin haar toppunt bereikt. Feitelijk is dat het kenmerk van alle kritiek die zich aan kunstuitingen van haar eigen tijd te buiten gaat. Hoe hebben zich b.v. in het kunsttijdschrift „De Portefeuille” ’n dertig jaar geleden de heeren Rössing, Reiding, Taco de Beer e.a. niet bezondigd aan de gebroeders Maris, Van Toorop, Thorn Prikker enz. Daar zou ik u staaltjes van kunnen vertellen. Vooral Thijs Maris was hun trouw slachtoffer.
      Dit alles heeft z’n oorzaak in het feit, dat de „critici” leeken zijn in het vak. Ze zijn als boeren, die nooit een buks in handen hebben gehad, in ’n schiettent! Ze mikken... trekken af... maar ràken... ho maar.
      Het is zeer interessant in dezen tijd te leven. De tijd der tegenstellingen en conflicten. De tragiek van den oorlog aan den eenen kant; de artistieke mallemolen aan den anderen kant, met de heeren Lapidoth, Borel, Van Eeden, De Meester op de houten schommelpeerden, pogend den sleutel der moderne kunst te vatten.
      De kwestie is m.i. doodeenvoudig, de namen van de phraseologen uit „De Portefeuille” en andere kunstkronieken van voor 25 à 30 jaar kunnen nu vervangen worden in de namen: Dake, Lapidoth, Cornelis Veth, Joh. de Meester (en dan mevrouw Draaier–De Haas, de „Men-schrijft-ons-uit-Den-Haag” der „Nieuwe Rott. Ct.” niet te vergeten!!) Borel, Van Eeden, –rf, Just Havelaar enz., enz., enz., enz., enz., enz., enz., enz., enz., (toe, meneer de redacteur, gun me nog een regeltje!) enz., enz., enz., enz., enz., enz., enz., enz.


      Ik geloof, onder ons gezegd, dat ze allemaal geinspireerd bennen door Kokadorus. Als het den modernen niet bevalt tweedehandsche Kokadorus-kritiek te smullen, dan is er maar een middel (dat ook de architecten gebruikt hebben): hechte aaneensluiting der belanghebbenden en de kritiek voor de vaklieden!


            Met groetjes uw steeds-bereid- (maar in godsnaam niet vreed-) zame


THEO VAN DOESBURG.


Leiden.