Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren/1620/2 mei/Schryvens voor Alle-cante

Uit Wikisource
‘Schryvens voor Alle-cante, van Capiteyn Jan Pellecorn melt […]’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit [Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren], [zaterdag] 2 mei [1620], [p. 1-2]. Publiek domein.

[ 1 ] Schryvens voor Alle-cante, van Capiteyn Jan Pellecorn melt dat hy den voornoemden Roover, in onse [voor?]gaende nouvellen van verhaeldt, alder-eerst zijn [Bram-]Stengh, Mars-seyl ende Bramseyl af-gheschote[n] [onleesbaar] [ 2 ]ende tot driemael aen boort gheweest, ende lustigh vyer op hem ghegheven. Den Rover is ghequetst, ende met drie Bolck-bassie ghevanghen, ende 120. Man, daer onder 20. Christenen als voor desen verhaelt: Het schip is de Bloempot genaemt, gecomen van Harmen Coopman, groot 200. last, op hebbende 180. Man. Capiteyn Pellecorn is selver gequetst, hebbende twee schoten, een inde schouder, d’ander int been met vier dooden, den Schipper, Corporael, Oppertimmerman ende een Busschieter.