Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren/1621/20 maart/Wt Leypsich den 5. Martij
‘Wt Leypsich den 5. Martij’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit [Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren], [zaterdag] 20 maart 1621, [p. 1]. Publiek domein. |
Wt Leypſich den 5. Martij.
Die Slesische Ghesanten zijn van Dresden wederom vertrocken, hebben bevel ghehadt die jonghst voorghestelde Artijckelen in te gaen, doch dat voor die nieuwe plicht, alle Privilegien ende Majesteyts-brief int Gheestelijcke ende Weereltlijcke gheconfirmeert, ende het nieuwe accoort maer alleene met hanttastinghe sal vernieuwt worden. Item oock aen te houden, dat de Confederatie met Hongaren ende Sevenbergen in suspensie verblijve, tot dat Keyserlijcke Majesteyt met Hongaren ten vollen heeft geaccommodeert. Item dat het pardon allen ende yeghelijcke Standen ende Inwoonders vanden hoochsten totten laeghsten in genere ende ſpecie verleent werde, So heeft oock het over-ampt den Hertogh van Brigh sich expreslijc voor behouden, dat hy in desen Slut niet consenteren wilde, voor ende aleer Coninck Fredericus hem van zijnen ghedanen dubbelden Eedt hadde ontslaghen, of sy nu dit alles also gheobtineert hebben, sal men metten naesten hooren.
Mede werdt gheconfirmeert dattet Conincklijcke Slot tot Boutzen afghebrant is, dat vyer is den tweeden deses inde middernacht opghegaen, niet wetende van waer het gecomen is, men hout het voor een straffe Godts dat t’selve inde belegheringhe onbeschadicht ghebleven zijnde, nu naderhant inden brandt ghecomen is, daer is eene groote menichte van Victualie ende Crijchsmunitie in verbrandt, twelck den Churvorst Saxen daer inne heeft brenghen laten, heeft oock tselve met vier Blockhuysen om heer laten beslaen.
Die Marckgrave van Jaghersdorp light met sijn volck noch tot Gorlits, ende daerom heer, doen met plonderen ende rooven groote schade, willen niet uyt het Landt voor dat hun huren rest betaelt is.