Naar inhoud springen

Utrechtsche Courant/1834/Nummer 105/Parijs den 27 Augustus

Uit Wikisource
‘Parijs den 27 Augustus’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Utrechtsche Courant, maandag 1 september 1834, [p. 1]. Publiek domein.
[ 1 ]

PARIJS den 27 Augustus.

Spanje is niet alleen het onderwerp van vele geſprekken, maar geeft ons gouvernement veel bekommernis en aan onze ſtaatslieden handen met werk. Uit Toulon zijn verſcheidene oorlogsvaartuigen uitgezeild, om langs de Spaanſche kusten te waken, dat de Carlisten geene hulp zullen bekomen. Men ſtelt daarentegen alles in het werk, om den geaeraal Rodil te begunſtigen. — Voor dat ons gouvernement zal tusſchen beide komen, zal Portugal hulp aan de Koningin van Spanje zenden, uit erkentelijkheid, dat Spanje aan Portugal hulp heeft verleend.

— De berigten uit Spanje zijn niet overeenſtemmende: het telegrafiſche berigt van gisteren zegt, dat don Carlos den 22 dezer weder naar Elisondo is getrokken, dus naar dezelfde plaats daar hij in den beginne aankwam. Volgens een ander berigt, bevond hij zich bij Burgos. In allen gevalle blijkt het, dat de partijen elkander ontwijken en zich trachten te verſterken. Volgens de Gazette, heeft er den 15 te Gulina, op den weg van Pampeluna, een gevecht tusſchen de Carlisten, onder bevel van Zumala, en den Generaal Figuera plaats gehad: laatstgemelde was met 4000 man geheel geſlagen en naar Pampeluna moeten vlugten, door de Carlisten vervolgd wordende. Dit berigt is oogenſchijnlijk overdreven, en wordt door eenige onzer dagbladen tegen geſproken.

— In Valencia is eene zamenzwering tegen het gouvernement van de Koningin ontdekt, en verijdeld. Verſcheidene geestelijke en andere heeren zijn in hechtenis genomen. Men ſchijnt die gebeurtenis geheim te hebben gehouden, daar de heeren Lopez en Navas, in de zitting der Cortes van den 14 Aug., er op aandrongen, inlichting nopens die zamenzwering te mogen hebben, hetgene de ministers echter weigerden.

— De minister Soult voor een ſtreng meester gehouden zijn, en verhaalde aan zijne vrienden, dat er op de bureaux des nachts moest gewerkt worden. Werkelijk werden op de bureaux, digt bij de ramen, des nachts brandende kaarſen geplaatst, welke door een paar jongens werden geſnoten, die elkander moeseen afwisſelen. De voorbijgaanders roemden den ijver der bureaulisten. — Op zekere uren van den dag kunnen eenige kantoor-bedienden gaan wandelen, mits dat zij een hoed achter laten. De brandende kaarſen zijn eene navolging van die hoeden. En men durft nog zeggen, dat de maarſchalk Soult geen bekwaam adminitrateur is!

— De gewezene Conſul van Portugal te Bayonne, de heer Cruz, heeft last ontvangen, Franktijk te verlaten, en zich naar Duitschland of Engeland te begeven.

— Er zal eene telegrafiſche linie van Calais naar Antwerpen worden opgerigt. Deze nacht- en dag-telegrafen, volgens de uitvinding van Ferrier, worden gebouwd voor rekening van den heer Lefebre Meuret, belgiſchen ſenateur.