Vergeten liedjes/Invocatio amoris
Uiterlijk
← Na het feest | Vergeten liedjes (1910) door P.C. Boutens | Voorjaarsstorm → |
Uitgegeven in Bussum door C.A.J. van Dishoeck. |
[ 12 ]
INVOCATIO AMORIS
Dien de blinden blinde smaden,
Daar uw glans hun schemer dooft
Waar de kroon van uw genaden
Weêrlicht om éen sterflijk hoofd:
Daar uw glans hun schemer dooft
Waar de kroon van uw genaden
Weêrlicht om éen sterflijk hoofd:
Door de duizenden verloornen
Aangebeden noch vermoed:
God dien enkel uw verkoornen
Loven voor het hoogste goed...
Aangebeden noch vermoed:
God dien enkel uw verkoornen
Loven voor het hoogste goed...
Door de kleurgebroken bogen
Van de tranen die gij zondt,
Worden ziende weêr mijn oogen
Als in nieuwen morgenstond:
[ 13 ]
Zien de matelooze wereld
Stralen nog van zoom tot zoom:
Heel de matelooze wereld
Bleef uw ongerepte droom!
Van de tranen die gij zondt,
Worden ziende weêr mijn oogen
Als in nieuwen morgenstond:
[ 13 ]
Zien de matelooze wereld
Stralen nog van zoom tot zoom:
Heel de matelooze wereld
Bleef uw ongerepte droom!
Laat mij onder uw beminden,
't Zij gij zegent of kastijdt:
Blijf mij eeuwiglijk verblinden
Tot het kind dat u belijdt.
't Zij gij zegent of kastijdt:
Blijf mij eeuwiglijk verblinden
Tot het kind dat u belijdt.
Lust en smart in uwe banden
Werd hetzelfde hemelsch brood:
Eindloos zoet uit uwe handen
Laav' de laatste teug, de dood.
Werd hetzelfde hemelsch brood:
Eindloos zoet uit uwe handen
Laav' de laatste teug, de dood.