Vergeten liedjes/Zingen
Uiterlijk
← Geluk | Vergeten liedjes (1910) door P.C. Boutens | Nacht-stilte → |
Uitgegeven in Bussum door C.A.J. van Dishoeck. |
[ 40 ]
ZINGEN
Zingen, lief, is zich belijden
In de naakte heimlijkheid
Waar de goden zelf in schrijden
Door de godenlooze tijden
Enkel kenbaar den gewijden
Als hun hand den zegen breidt, —
Zingen, lief, is zich belijden
In zoo naakte heimlijkheid!
In de naakte heimlijkheid
Waar de goden zelf in schrijden
Door de godenlooze tijden
Enkel kenbaar den gewijden
Als hun hand den zegen breidt, —
Zingen, lief, is zich belijden
In zoo naakte heimlijkheid!
Zingen, lief, is zich versteken
In een vindbaarheid zoo schoon,
Dat naar echo-lichte woon
Onder jeugd-en-liefdes teeken
Blijde pelgrims nooit ontbreken
Tot den tol van zingens loon, —
Zingen, lief, is zich versteken
In een vindbaarheid zoo schoon!
In een vindbaarheid zoo schoon,
Dat naar echo-lichte woon
Onder jeugd-en-liefdes teeken
Blijde pelgrims nooit ontbreken
Tot den tol van zingens loon, —
Zingen, lief, is zich versteken
In een vindbaarheid zoo schoon!