Naar inhoud springen

Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815)/1806-D

Uit Wikisource

[ 101 ]


DECREET
VAN
5 JUNI 1806.



LOUIS NAPOLEON door de Gratie Gods en de Constitutionele Wetten van den Staat, Koning van Holland, aan allen die genen, welke deze zullen zien en lezen, Salut!

Doen te weten aan allen, dat Wij, met goedkeuring van zijne Majesteit den Keizer en Koning Napoleon onzen Doorluchtigen Broeder hebben aangenomen en aannemen de Koninklijke waardigheid van Holland, overeenkomstig met de wensch van het Land, met de Constitutioneele Wetten, en met het Tractaat, op heden met de wederzijdsche Ratificatiën door de Gedeputeerden van de Hollandsche Natie aan ons aangeboden.

Bij onze komst op den Troon zal onze dierbaarste zorge zijn voor de belangen van ons Volk te waken. Wij zullen steeds ter harte nemen om aan hetzelve gedurige en menigvuldige blijken te geven van onze liefde en van onze bezorgdheid; handhavende te dien einde de vrijheid van alle onze Onderdanen, mitsgaders hunne Regten, en ons geduriglijk met hun welzijn bezig houdende.

De onafhankelijkheid van het Koninkrijk is gewaarborgd door zijne Majesteit den Keizer en Koning. De Constitutioneele Wetten, mitsgaders onze vaste wil, strekken niet minder aan een iegelijk, ten waarborge voor zijne Schuldeischen op den Staat voor zijne Persoonlijke veiligheid, en voor zijne gewetens vrijheid.

Het is na deze verklaring, dat wij gedecreteerd hebben en decreteeren bij deze.


Artikel 1.

Onze Ministers van de Marine en Finantiën, benoemd bij ons Decreet van beden, zullen dadelijk hunne functiën aanvaarden. De overige Ministers zullen voortgaan met hunne functiën tot naderen last waar te nemen.

2. Alle de Geconstitueerende Autoriteiten hoegenaamd, Burgerlijke en Militaire, zullen voortgaan hunne functiën waartenemen, tot dat daarin nader of anders zal zijn voorzien.

3. Dadelijk worden op de meest volledige wijze open- baar gemaakt, de Constitutioneele Wetten van Staat. met het Tractaat, van 21 Mei dezes Jaars te Parijs ge- sloten tusschen zijne Majesteit den Keizer en Koning, en de Bataafsche Republiek, zoo als dezelve hier achter zijn uitgedrukt, mitsgaders het tegenwoordig Decreet. [ 102 ]

Dienvolgens gelasten en bevelen Wij, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort, met last aan allen dien het aangaat, om te zorgen, dat aan den inhoud dezes stiptelijk worde voldaan.