Volkslied van de Oranje Vrijstaat
Uiterlijk
Het volkslied van de Oranje Vrijstaat werd van 1854 - 1902 gebruikt in de onafhankelijke Boerenrepubliek.
Het lied
[bewerken]- Heft, Burgers, 't lied der vrijheid aan
- En zingt ons eigen volksbestaan!
- Van vreemde banden vrij,
- Bekleedt ons klein gemenebest,
- Op orde, wet en recht gevest,
- Rang in der Staten rij.
- Rang in der Staten rij.
- Al heeft ons land een klein begin,
- Wij gaan met moed de toekomst in,
- Het oog op God gericht,
- Die niet beschaamt wie op Hem bouwt,
- Op Hem als op een burcht vertrouwt,
- Die voor geen stormen zwicht.
- Die voor geen stormen zwicht.
- Zie in gena' en liefde neer
- Op onze President, o Heer!
- Wees Gij zijn toeverlaat!
- De taak, die op zijn schouders rust,
- Vervulle hij met trouw en lust
- Tot heil van volk en staat!
- Tot heil van volk en staat!
- Bescherm, o God, de Raad van't land,
- Geleid hem aan Uw vaderhand,
- Verlicht hem van omhoog,
- Opdat zijn werk geheiligd zij
- En vaderland en burgerij
- Ten zegen strekken moog'!
- Ten zegen strekken moog'!
- Heil, driewerf heil de dierb're Staat,
- het Volk, de President, de Raad!
- Ja, bloei' naar ons gezang
- De Vrijstaat en zijn burgerij,
- In deugden groot, van smetten vrij,
- Nog tal van eeuwen lang!
- Nog tal van eeuwen lang!