Wetboek van Strafregt (1867)
Wetboek van Strafregt (1867) (Code Pénal -1810) (1867) door Overheid |
Uitgegeven in Middelburg door J. C. & W. Altorffer. Gedeeltelijk tweetalig: Wetboek van Strafregt (Code Pénal) met de wijzigingen daarin aangebragt sedert 1810 en de laatstelijk bij de wetten van 29 Junij 1854, benevens de opgave van eenige speciale straf-verordeningen (derde, vermeerdere druk, 1867) redactie: Mr. A. J. van Deinse. |
INHOUD
(maakt geen deel uit van het oorspronkelijke werk)
Voorrede
Voorlopige bepalingen
Eerste boek. — Van de straffen in zake van misdaad en wanbedrijf, en de gevolgen dier straffen.
Tweede boek. — Van de wegens misdaden of wanbedrijven strafbare, verschoonbare, of aansprakelijke personen.
Derde boek. — Van de misdaden en wanbedrijven en van het straffen derzelve.
3.1 Eerste titel. — Van de misdaden en wanbedrijven tegen de algemene zaak.
3.2 Tweede titel. — Misdaden en wanbedrijven tegen bijzondere personen.
Vierde boek — Policie-overtredingen en straffen
Aanwijzing van artikelen waarin de text afwijkende is van die van 1810
Wet van den 29 Junij 1854 Staatsblad 102
Wet van den 29 Junij 1854 Staatsblad 103
Wet van den 25 December 1860 Staatsblad 102
Wet van den 22 April 1864 Staatsblad 29
Koninklijk besluit van den 6 Augustus 1864 Staatsblad 89
Lijst van speciale wetten
Alphabetische inhoudsopgave op het wetboek van strafregt
Gedetailleerde inhoud
(maakt geen deel uit van het oorspronkelijke werk)
Voorrede
Voorlopige bepalingen
Eerste boek. — Van de straffen in zake van misdaad en wanbedrijf, en de gevolgen dier straffen.
1.1 Eerste hoofdstuk. — Van de straffen in zake misdaad.
1.2 Tweede hoofdstuk. — Van de straffen in zake wanbedrijf.
1.3 Derde hoofdstuk. — Van de straffen en andere punten van veroordeeling die wegens misdrijven of wanbedrijven gewezen mogen worden.
1.4 Vierde hoofdstuk. — Van de straffen wegens herhaal van misdaad en wanbedrijf.
Tweede boek. — Van de wegens misdaden of wanbedrijven strafbare, verschoonbare, of aansprakelijke personen.
2.1 Eenigste hoofdstuk.
Derde boek. — Van de misdaden en wanbedrijven en van het straffen derzelve.
3.1 Eerste titel. — Van de misdaden en wanbedrijven tegen de algemene zaak.
3.1.1 Eerste hoofdstuk. — Van de misdaden en wanbedrijven tegen de veiligheid van den Staat.
3.1.1.1 Eerste afdeeling. — Van de misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van den Staat.
3.1.1.2 Tweede afdeeling. — Van de misdaden tegen de inwendige veiligheid van den Staat.
3.1.1.2.1 Eerste onder-afdeeling. — Van aanslagen en zamenspanningen tegen den keizer en het Keizerlijk geslacht.
3.1.1.2.2 Tweede onder-afdeeling. — Van de misdaden, strekkende om den Staat door burgerlijken oorlog te beroeren; het onwettig gebruik der gewapende magt en openbare plundering en verwoesting.
3.1.1.2.3 Bepaling omtrent beide de twee leden dezer afdeling.
3.1.1.3 Derde afdeeling. — Van het openbaren of verhelen der misdaden, waar de in- of uitwendige veiligheid van den staat mee gemengd is.
3.1.2 Tweede hoofdstuk. — Van de misdaden en wanbedrijven tegen de Staatsregeling (of constitutie des Rijks).
3.1.2.1 Eerste afdeeling. — Misdaden en wanbedrijven, betrekkelijk tot de uitoefening der burgerschapsregten.
3.1.2.2 Tweede afdeeling. — Daden, die de vrijheid aanranden.
3.1.2.3 Derde afdeeling. — Zamenspanning der ambtenaren.
3.1.2.4 Vierde afdeeling. — Aanmatigingen van regerings- en regtsbewind.
3.1.3 Derde hoofdstuk. — Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare rust.
3.1.3.1 Eerste afdeeling. — Van valschheid.
3.1.3.1.1 Eerste onder-afdeeling. — Valsche munt.
3.1.3.1.2 Tweede onder-afdeeling. — Namaken van Staatszegels, bankbriefjes, openbare schuldbrieven of papieren, geldswaarde hebbende, of keur- of papierstempels, ijk- en soortgelijke merken.
3.1.3.1.3 Derde onder-afdeeling. — Van valschheid in openbare of authentieke geschriften, en geschriften van koophandel of bank, gepleegd.
3.1.3.1.4 Vierde onder-afdeeling. — Van valschheid in onderhandsch geschrift.
3.1.3.1.5 Vijfde onder-afdeeling. — Van valschheid in paspoorten, reisorders, en getuigschriften (of certificaten) gepleegd.
3.1.3.1.6 Algemeene bepalingen.
3.1.3.2 Tweede afdeeling. — Van de ambtsmisdaad (forfaiture), en de misdaden en wanbedrijven der openbare beambten, in de waarneming hunner posten.
3.1.3.2.1 Eerste onder-afdeeling. — Van verduisteringen of onttrekkingen van geld of goed door openbare beambten, met ontvangsten en bewaringen belast.
3.1.3.2.2 Tweede onder-afdeeling. — Van knevelarijen of afpersingen door openbare ambtenaren begaan.
3.1.3.2.3 Derde onder-afdeeling. — Van de wanbedrijven van ambtenaren, die zich in zaken of onderwindingen, met hun post onbestaanbaar, gemengd zullen hebben.
3.1.3.2.4 Vierde onder-afdeeling. — Van de omkooping der openbare ambtenaren.
3.1.3.2.5 Vijfde onder-afdeeling. — Van misbruik van gezag.
3.1.3.2.6 Zesde onder-afdeeling. — Van eenige wanbedrijven betrekkelijk het houden der akten van den burgerlijken staat.
3.1.3.2.7 Zevende onder-afdeeling. — Van het onwettig uitoefenen van het openbaar gezag voor de verkregen of na de verloren bevoegdheid daartoe.
3.1.3.2.8 Bijzondere bepaling.
3.1.3.3 Derde afdeeling. — Van verstoring der openbare orde door kerkelijken in de waarneming van hunne dienst.
3.1.3.3.1 Eerste onder-afdeeling. — Van overtredingen, die den burgerlijken staat der personen in gevaar zouden kunnen brengen.
3.1.3.3.2 Tweede onder-afdeeling. — Van berispingen, bestraffingen of opzettingen, die tegen het openbaar gezag gerigt worden in een openlijk gehouden herderlijke rede of leerrede.
3.1.3.3.3 Derde onder-afdeeling. — Van berispingen, bestraffingen of opzettingen, die tegen het openbaar gezag gerigt worden, bij een herderlijk geschrift.
3.1.3.3.4 Vierde onder-afdeeling. — Van de verstandhouding der geestelijken van Godsdienst-genootschap, met buitenlandsche hoven of mogendheden, over zaken van Godsdienst.
3.1.3.4 Vierde afdeeling. — Wederstand, wederhoorigheid, en andere pligtverbrekingen jegens het openbaar gezag.
3.1.3.4.1 Eerste onder-afdeeling. — Feitelijke wederspannigheid (rebellie).
3.1.3.4.2 Tweede onder-afdeeling. — Beleedigingen en geweldplegingen tegen degenen, die met het openbaar gezag bekleed zijn, en die de openbare magt in handen hebben.
3.1.3.4.3 Derde onder-afdeeling. — Weigering van wettelijk verschuldigde dienst.
3.1.3.4.4 Vierde onder-afdeeling. — Ontkoming of ontvluchting van gevangenen, en verberging van misdadigen.
3.1.3.4.5 Vijfde onder-afdeeling. — Opbreking van verzegelingen en onttrekking of wegneming van stukken uit de openbare bewaring.
3.1.3.4.6 Zesde onder-afdeeling. — Beschadiging van gedenkstukken.
3.1.3.4.7 Zevende onder-afdeeling. — Aanmatiging van titels of bedieningen.
3.1.3.4.8 Achste onder-afdeeling. — Inbreuken op de vrije Godsdienstoefening.
3.1.3.5 Vijfde afdeeling. — Verbindtenis van kwaaddoeners, landlooperij en bedelarij.
3.1.3.5.1 Eerste onder-afdeeling. — Verbindtenis van kwaaddoeners.
3.1.3.5.2 Tweede onder-afdeeling. — Landlooperij.
3.1.3.5.3 Derde onder-afdeeling. — Bedelarij.
3.1.3.5.4 Verordeningen, zoo wel tot de landloopers als bedelaars behoorende.
3.1.3.6 Zesde afdeeling. — Wanbedrijven, begaan met geschriften, afbeeldingen, of prenten, zonder naam van schrijver, drukker of plaatsnijder verspreid.
3.1.3.6.1 Bijzondere verordening.
3.1.3.7 Zevende afdeeling. — Van ongeoorloofde gezelschappen of bijeenkomsten.
3.2 Tweede titel. — Misdaden en wanbedrijven tegen bijzondere personen.
3.2.1 Eerste hoofdstuk. — Misdaden en wanbedrijven tegen personen.
3.2.1.1 Eerste afdeeling. — Doodslag en andere hoofdmisdaden, bedreigingen van feitelijkheden tegen personen.
3.2.1.1.1 Eerste onder-afdeeling. — Doodslag, moord, vadermoord, kindermoord, vergiftiging.
3.2.1.1.2 Tweede onder-afdeeling. — Bedreigingen.
3.2.1.2 Tweede afdeeling. — Moedwillige kwetsuren en slagen of stooten, die niet onder de benaming van doodslag vallen, en andere moedwillige misdaden of wanbedrijven.
3.2.1.3 Derde afdeeling. — Onwillige nederlaag, kwetsuren en slagen, verschoonbare misdaden en wanbedrijven, en gevallen waarin zij niet verschoond mogen worden, nederlagen, kwetsuren en slagen, die noch misdaden noch wanbedrijven zijn.
3.2.1.3.1 Eerste onder-afdeeling. — Onwillige nederlaag, kwetsuren en slagen.
3.2.1.3.2 Tweede onder-afdeeling. — Verschoonbare misdaden en wanbedrijven, en gevallen waarin zij niet verschoon mogen worden.
3.2.1.3.3 Derde onder-afdeeling. — Neêrlagen, kwetsuren, en slagen of stooten, niet als misdaden of wanbedrijven aangemerkt.
3.2.1.4 Vierde afdeeling. — Aantasting der zeden.
3.2.1.5 Vijfde afdeeling. — Onwettig arrest of aantasting en in bewaringhouding van personen.
3.2.1.6 Zesde afdeeling. — Misdaden en wanbedrijven, strekkende om het bewijs van den burgerlijken staat van een kind te verhinderen of te vernietigen, of zijn bestaan in gevaar te brengen. — Opligting of vervoering van minderjarigen. — Inbreuk op de wetten over het begraven.
3.2.1.6.1 Eerste onder-afdeeling. — Misdaden en wanbedrijven jegens een kind.
3.2.1.6.2 Tweede onder-afdeeling. — Opligting of wegvoering van minderjarigen.
3.2.1.6.3 Derde onder-afdeeling. — Inbreuken op de wetten over het begraven.
3.2.1.7 Zevende afdeeling. — Valsch getuigenis, lastering, smaadwoorden of smaadredenen, verrading van geheimen.
3.2.1.7.1 Eerste onder-afdeeling. — Valsch getuigenis.
3.2.1.7.2 Tweede onder-afdeeling. — Lastering, smaadwoorden of smaadredenen, geheimverbreking.
3.2.2 Tweede hoofdstuk — Misdaden en wanbedrijven tegen de eigendommen.
3.2.2.1 Eerste afdeeling — Dieverij
3.2.2.2 Tweede afdeeling — Bankbreuken, opligtingen, en andere soorten van bedriegerijen
3.2.2.2.1 Eerste onder-afdeeling — Bankbreuk en opligting
3.2.2.2.2 Tweede onder-afdeeling — Misbruik van vertrouwen
3.2.2.2.3 Derde onder-afdeeling — Inbreuk op de verordeningen over de huizen waar gespeeld wordt, de loterijen en pandhuizen
3.2.2.2.4 Vierde onder-afdeeling — Belemmeringen tegen de vrijheid van bieden, bij verkoopingen, verpachtingen, aannemingen.
3.2.2.2.5 Vijfde onder-afdeeling — Schending der reglementen of verordeningen betrekkelijk handwerken of fabrieken, koophandel en kunsten.
3.2.2.2.6 Zesde onder-afdeeling — Wanbedrijven van leveranciers.
3.2.2.3 Derde afdeeling — Vernielingen, bedervingen, schaden.
3.2.2.3.1 Algemeene bepalingen.
Vierde boek — Policie-overtredingen en straffen.
4.1 Eerste hoofdstuk — Van de straffen.
4.2 Tweede hoofdstuk — Overtredingen en straffen.
4.2.1 Eerste afdeeling — Eerste soortverdeeling of klasse.
4.2.2 Tweede afdeeling — Tweede soortverdeeling of klasse.
4.2.3 Derde afdeeling — Derde soortverdeeling of klasse.
4.2.3.1 Bepaling, aan de drie afdeelingen hierboven gemeen.
4.2.3.2 Algemeene verordening.
Aanwijzing van artikelen waarin de text afwijkende is van die van 1810.
Wet van den 29 Junij 1854 Staatsblad 102.
Wet van den 29 Junij 1854 Staatsblad 103.
Wet van den 25 December 1860 Staatsblad 102.
Wet van den 22 April 1864 Staatsblad 29.
Koninklijk besluit van den 6 Augustus 1864 Staatsblad 89
Alphabetische inhoudsopgave op het wetboek van strafregt.