Wikisource:Zandbak/Nieuwe Tijdinghen
Uiterlijk
Don Gonçales de Corduba, Generael van de Nederlandtsche Armade is met eenighe Duysendt Voedtknechten, ende twee duyzent Peerden, alles fraey volck op de been, al hoe wel dit Roeckeloos hoop van Mansfeldt, sich ook daghelijcks versterct door aenwas van verloopene Boeren, ende Rabauwen.
Mansfeldt soude met de sijne onlancks seer ghewimpelt hebben ontrent de Moesel, nu wederom elders op gheruckt zijn, wat dat hy in den zin ghehadt heeft, wilt men met den eersten verstaen.
[blz. 6] [blz. 7]
Onlanckx heeft Gabors volck noch over de tweelff Dorpen in Brandt ghesteken.