Akte van berouw

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

België 1954

Mijn Heer en mijn God, het is mij leed dat ik tegen uw opperste Majesteit misdaan heb. Ik verfoei al mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt.

Ik maak het vast voornemen mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.

In dit berouw wil ik leven en sterven.