Algemeen Handelsblad/Jaargang 106/Nummer 34699/Zaterdagavond-bijvoegsel/La Belle Otéro

Uit Wikisource
‘„La Belle Otéro”. Een dorpskind, dat wereldberoemd werd en sieraden schonk aan het beeld in een Spaansch kerkje’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit het Algemeen Handelsblad, zaterdag 16 september 1933, Zaterdagavond-bijvoegsel, p. 5. Publiek domein.
[ 5 ]

„La Belle Otéro”

Een dorpskind, dat wereldberoemd werd.



En sieraden schonk aan het beeld in een Spaansch kerkje.

EEN klein, wild meisje uit een nietig, Spaansch dorpje zou eens — zij het voor niet langen tijd — een wereldberoemden naam krijgen. En een beeld uit de kerk van dat dorpje, een beeld van de Moeder Gods kreeg van haar de mooiste gewaden van zijde en goud doorweven brokaat; kreeg ook de prachtigste sieraden, zoo kostelijk, zoo schitterend, dat de beelden uit de omringende dorpen kleeren en tooi te leen kregen uit het kerkje van Puente Volga, als er processie werd gehouden.
In dat dorpje dan, waar het mooie beeld in de kerk staat, woonde een jongen van zestien jaar, wiens ouders tot de best gesitueerden van de streek behoorden. Ze leefden van wijnbouw en olijventeelt, en ze hadden veel werkvolk voor den arbeid in hun schuren en op het veld. Tot dat werkvolk behoorde ook een meisje, nogal slordig, nogal vuil in haar gezichtje, maar ondanks dat een opvallend mooi kind.
De zestienjarige jongeman kreeg een aanval van kalverliefde, het mooie meisje behoorde niet tot de bedeesden en op een kwaden dag kwam mama er achter, dat er een scharrelpartijtje was tusschen haar zoon en een der leden van haar personeel. Het meisje kreeg de schuld en werd, na een vermaning, die lang niet malsch was, op staanden voet ontslagen.
Zij durfde niet naar haar eigen huisje terug te gaan, bang voor het onvermijdelijke standje en de even onvermijdelijke kastijding, die haar moeder haar zeker zou geven. En dus wist zij niet beter te doen dan weg te loopen naar de naastbijgelegen stad, waar zij eerst door handenarbeid des kost verdiende en waar ze al heel gauw de aandacht trok door haar opvallend knap gezichtje. Zij liep nu niet meer ongewasschen en onverzorgd rond, zij kleedde zich beter en het duurde niet lang, of een rijke Engelschman, die „Asschepoestertje” het hof maakte, zorgde er voor, dat ze zich nog beter kon verzorgen. Met dezen vriendelijken beschermer trok ze naar Engeland, waar hij haar al gauw begon te vervelen. Ze wilde meer van de wereld zien en nam dus met beide handen het voorstel van een Franschman aan, om hem te vergezellen naar Parijs, waar hij haar zou laten leeren dansen. Want dansen was haar ideaal.
In de Seinestad werd haar talent ontdekt. Ze ging van het eene theater naar het andere, werd eerst bekend, later beroemd. En ze ging den weg van alle sterren, tot ze het hoogtepunt van glorie had bereikt, tot de heele wereld bewonderend den naam noemde van Carolina Otéro.
Het duurt lang, voordat de reputatie van een tooneelster is doorgedrongen tot een dorpje als Puente Volga. In dat zelfde nest woonde nog altijd dezelfde, eens zoo verliefde jongeling, die nu allang een ingetogen mensch was geworden. Op een goeden dag las hij in zijn dorpskrantje een artikel, waarin verteld werd over zijn gewezen vriendinnetje, dat nu beroemd was geworden. Zij moest het zijn, daar viel niet aan te twijfelen, want ook op het tooneel droeg zij nog haar ouden naam en bovendien vermeldde de krant met begrijpelijken trots, dat de beroemde danseres in de provincie Pontevedra geboren was.

Haar oude vriend voelde zijn hart warmer kloppen, sentimenteele gevoelens kwamen in hem op en hij schreef haar een enthousiasten brief.
Dit schrijven wekte — misschien voor het eerst in langen tijd — bij de gevierde danseres herinneringen aan het dorpje, waar zij geboren was. Kort daarna ontving haar moeder een postwissel, zusjes en broertjes kregen allerlei cadeautjes toegestuurd, zelfs ooms en tantes werden niet vergeten en allen beloofde zij meer, véél meer. Want zij was nu rijk.
Het bleef geschenken regenen en al spoedig was de danseres de weldoenster van haar geboortedorp geworden.

De brief van haar jeugdvriend had zij op vriendelijke wijze beantwoord. Kort daarna arriveerde in Puente Volga een lijvig pakket aan zijn adres en toen hij het open maakte vond hij er, tot zijn verrassing, een weelde in aan zijden weefsels, brokaatstoffen, fluweel en kostbare kanten, kortom alles, waarop vrouwen zoozeer gesteld zijn. Het mooiste ervan was bestemd, zoo luidde een briefje, dat erbij gesloten was, om er kleeren van te maken voor de Heilige Maagd van Puente Volga.

Carolint Otéro in een van haar dansen, zooals die, dertig jaar geleden, geweldigen opgang maakten.

Sinds dien tijd draagt „Nuestra Señora de Puente” de prachtige kleeren, haar geschonken door „La belle Otéro” en de vreemdeling, die dit stille oord met een bezoek vereerd, wordt, als hij het beeld in de kerk heeft bewonderd, meegenomen naar het kleine, bescheiden huisje, waar „La belle Otéro” geboren is, die nu als een bedaagde matrone van de door haar verdiende sommen ingetogen leeft in Marseille en graag babbelt over haar roem en haar schoonheid, die beide vergankelijk bleken.