Naar inhoud springen

Algemeen Handelsblad/Jaargang 71/Nummer 21941/Een bezoek aan het kasteel "De Haar"

Uit Wikisource
Een bezoek aan het kasteel „De Haar”
Auteur(s) Anoniem
Datum Zondag 26 juni 1898
Titel Een bezoek aan het kasteel „De Haar”
Krant Algemeen Handelsblad
Jg, nr 71, 21941
Editie, pg Ochtendblad, [1]
Opmerkingen Étienne van Zuylen van Nyevelt van de Haar vermeld als baron Van Zuylen van Nijevelt, Pierre Cuypers als Cuypers
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Een bezoek aan het kasteel „De Haar”.

      Gisteren hield het genootschap „Architectura et Amicitia” uit Amsterdam, te zamen met „Bouwkunst en Vriendschap” uit Rotterdam en de afdeeling Arnhem van de Maatschappij t. B. d. Bouwkunst een excursie naar het kasteel „De Haar”, het onzen lezers uit beschrijvingen van de plannen, die reeds eenige jaren geleden in ons blad gestaan hebben, bekende kasteel van baron Van Zuylen van Nijevelt, dat onder leiding van dr. Cuypers en zijn zoon wordt gerestaureerd, beter gezegd: tot een geheel nieuw prachtvol bouwwerk in Gothischen stijl wordt omgewerkt.
      Het was een zeldzaam goed geslaagde tocht, waarop eerst eenige oude bouwwerken te Utrecht bezocht werden en daarna het kasteel De Haar met zijn park, zijn nieuw dorp, zijn geheele omgeving..
      Wij zien thans geen kans om de overweldigende indrukken die wij van dit groote kunstwerk medenamen, goed weer te geven; wij komen op den tocht terug. Dat willen wij evenwel terstond zeggen, dat wij van diepen eerbied vervuld zijn voor den grooten kunstenaar die dit prachtwerk wrocht, voor zijne helpers, die met hem medearbeiden aan een geheel van harmonie, als slechts zelden aanschouwd wordt, voor de arbeiders, tot den eenvoudigsten en geringsten toe die zulke kunst uitvoeren.
      En de vakmannen waren niet minder onder den indruk dan de leeken, die den tocht mede maakten.
      Een woord van hulde voor de uitnemende organisatie, die het bestuur van „Architectura et Amicitia” op zich had genomen, mag hier niet ontbreken. Het dejeuner en diner in de Groote Ridderzaal waren niet minder goed in orde dan de regeling van de wandeling in secties – er waren 150 deelnemers – de leiding gedurende de wandeling, de inlichtingen, die ieder van deskundigen kon te weten komen.
      Op zulk een tocht verheugt men zich dubbel journalist te zijn en mee te mogen genieten met bevoorrechten als de leden van „Architectura et Amicitia”.