Algemeen Handelsblad/Jaargang 78/Nummer 24651/Avondblad/Rijksmiddelen

Uit Wikisource
‘Rijksmiddelen’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit het Algemeen Handelsblad, vrijdag 15 december 1905, Avondblad, eerste blad, [p. 1]. Publiek domein.
[ Eerste blad, 1 ]

Rijksmiddelen.

De opbrengst der gewone rijksmiddelen waarvan maandelijks in de Staatscourant opgaaf wordt gedaan, heeft in November van dit jaar ƒ 103,000 minder bedragen dan in Nov. 1904, maar was, vooral wegens de gewone betalingen op de directe belastingen, ruim 3½ millioen boven de raming gemiddeld voor één maand.
Gaat men de onderdeelen na, dan vindt men bij de successierechten een bijzonder lage ontvangst, ƒ 367,000 minder dan in Nov. 1904 en ƒ 51,000 minder dan de raming gemiddeld over één maand. De overige middelen hebben dus te zamen ruim ¼ millioen meer opgeleverd, doch ook met verschillen in meer en minder. Tegenover ƒ 168,000 meer uit de directe belastingen, ƒ 79,000 meer uit de invoerrechten, ƒ 4000 meer uit gouden en zilveren werken, ƒ 2000 meer uit de registratie, ƒ 7700 meer uit hypotheekrechten, ƒ 49,000 meer uit de posterijen, ƒ 20,000 meer uit de rijkstelegrafen en ƒ 4000 meer uit de loodsgelden, — staan ƒ 4500 minder uit de accijnzen, ƒ 63,000 minder uit zegelrechten en ƒ 1000 minder uit de domeinen.
Bij de accijnsen werden ƒ 77,500 minder uit suiker en ƒ 10,000 uit wijn niet geheel opgewogen door ƒ 38,000 meer uit gedistilleerd, ƒ 12,000 meer uit zout en ƒ 32,000 meer uit het geslacht.
De elf verloopen maanden toonen, vergeleken met het vorig jaar, een stijging van ruim 3 millioen, en hebben al 43 ton meer opgebracht dan de raming gemiddeld over dat tijdvak.
Van de hoofdgroepen bleven alleen de accijnsen beneden het vorig jaar met ƒ 570,000 (ook 4½ ton onder de raming). Meer kwam in: ruim 12 ton uit de directe belastingen, ƒ 680,000 uit de indirecte, ƒ 630,000 uit de invoerrechten, ƒ 20,000 uit gouden en zilveren werken, ƒ 24,000 uit de domeinen, ƒ 644,000 uit de posterijen, ƒ 282,000 uit de rijkstelegrafen en ƒ 128,000 uit de loodsgelden.
Bij de accijnsen is de daling in opbrengst veroorzaakt doordat tegenover ƒ 472.000 minder uit suiker, ƒ 425.000 minder uit gedestilleerd, ƒ 2400 minder uit wijn en ƒ 18.000 minder uit bieren en azijnen, slechts stonden ƒ 348.000 meer uit rundvleesch en ƒ 2800 uit zout.
Bij de indirecte belastingen hebben enkel registratierechten minder opgeleverd in 1904, en wel ƒ 126.000; maar uit de successierechten is al ƒ 415.000, uit zegelrechten ƒ 361.000 en uit de hypotheekrechten ƒ 24.000 meer ingekomen.
De uitkomst is, ofschoon niet schitterend, toch zeer bevredigend te achten.