Algemeen Handelsblad/Jaargang 93/Nummer 29918/Avondblad/Alg. Ned. Christ. Ambtenaarsbond (Rijkspersoneel)

Uit Wikisource
‘Alg. Ned. Christ. Ambtenaarsbond (Rijkspersoneel)’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit het Algemeen Handelsblad, woensdag 30 juni 1920, Avondblad, [p. 1]. Publiek domein.
[ 1 ]

Alg. Ned. Christ. Ambtenaarsbond (Rijkspersoneel).

 In verband met de behandeling van het wetsontwerp tot verhooging van de Staatsbegrooting, betreffende de salarissen der Rijksambtenaren, werd Maandag in een der zalen van de Parkkerk, eene vergadering gehouden van de Rijksambtenaren der afd. Amsterdam, waarbij de secretaris van het hoofdbestuur, de heer L. Vermeulen, eene bespreking inleidde omtrent de Memorie van Antwoord en de behandeling van genoemd wetsontwerp in de Tweede Kamer, en naast de waardeering voor hetgeen de Regeering deed uiting gaf aan de teleurstelling bij de ambtenaren ontstaan, ten gevolge van het afwijken der Regeering in ongunstigen zin van de voorstellen der salariscommissie en het aftrekken van 7 % voor pensioen.
 Uit de vergadering werd ook een algemeen en krachtig protest gehoord en bleek de teleurstelling groot over de houding der Regeering ten opzichte dier punten. Algemeen was toch bekend, dat de salarissen der ambtenaren vóór den oorlog veel te laag waren en toch deden die salarissen dienst als grondslag voor vergelijking met de nieuwe salarissen en op die krap berekende nieuwe salarissen, die lang niet in verhouding stonden met de stijging der levensbehoeften, ging nu de Regeering nog beknibbelen en kortte zij 7 % voor pensioen. Onbegrijpelijk werd die houding genoemd.
 Ook betreurde de vergadering zeer, dat de cijfers en percentages der salarisverhoogingen, welke de Regeering heeft gepubliceerd, aanleiding hebben gegeven tot geheel onjuiste voorstellingen bij het publiek omtrent de stijging van de inkomens der ambtenaren. Vrij algemeen wordt toch aangenomen dat de salarissen met 100 % en meer zijn verhoogd, terwijl toch uit de vroegere en tegenwoordige maxima in onderscheidene rangen blijkt, dat die verhooging vaak beneden de 50 % blijft.
 Wordt gelet op de salarissen van gemeente-ambtenaren dan komt ten duidelijkste uit, dat de rijksambtenaren vooral in de groote gemeenten, in veel ongunstiger conditie verkeeren; gezwegen wordt nog van de vaak hooge salarissen die aan groote particuliere instellingen (banken, stoomvaartmaatschappijen, enz), worden uitbetaald.
 Bij het hoofdbestuur werd daarom met klem aangedrongen op krachtige actie bij de Regeering en Volksvertegenwoordiging voor betere salarissen der ambtenaren en de verwachting uitgesproken, dat de Regeering door daden zal toonen, dat zij hare woorden n.l. een warm hart te hebben voor de ambtenaren, gestand zal doen, opdat eindelijk eens de ambtenaren, in eenigszins betere conditie mogen raken.