Algemeen Handelsblad/1839/Nummer 2351/Amsterdam, Zaturdag 18 Mei/Door de belanghebbenden zijn geligt
‘Door de belanghebbenden zijn geligt de navolgende door Z. M. verleende octrooijen: […]’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit het Algemeen Handelsblad, maandag 20 mei 1839, [p. 1]. Publiek domein. |
[ 1 ]– Door de belanghebbenden zijn geligt de navolgende door Z. M. verleende octrooijen:
Een octrooi, in dato 13 Januarij 1839, voor den tijd van vijftien jaren, van af 20 November 1837, verleend aan de Leutre de Gueymard, domicilium verkozen hebbende hij Luden en Poel te Amsterdam, op de invoering van een nieuw toestel van smelting tot het fabriceren van kaarsen.
Een octrooi, in dato 15 Jannarij 1839, voor den tijd van tien jaren, van af 15 Julij 1838, verleend aan Poitel te Parijs, domicilium verkozen hebbende bij de Backere te ’s Gravenhage, op de invoering van een nieuw zamenstel van molensteenen tot het malen en breken der granen.
Een octrooi, in dato 8 April 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan J. Schaap Spoelstra en T. Smeding te Leeuwarden, op de uitvinding van een toestel, door middel van welken zij de bij de wet van den 26sten December 1833 aangeduide turfsoorten, ieder naar gelang van de deugd zijner grondstof, eene drie en viervoudig verhoogde waarde kunnen geven.
Een octrooi, in dato 9 April 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan H. Remmers te ’s Gravenhage, op de invoering van een nieuw werktuig, tot het maken van steenen.
Een octrooi, in dato 11 April 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan W. Burnett te Londen, domicilium gekozen hebbende bij mr. J. W. Gefken, Advocaat te ’s Gravenhage, op de invoering van middelen, geschikt om verscheiden dierlijke en plantaardige zelfstandigheden (haarstoffen, touwwerk, hout, enz.) voor bederf en vergaan te bewaren.