Algemene Wet Gelijke Behandeling
Wet van 2 maart 1994, houdende algemene regels ter bescherming tegen discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat | |
Auteur | Nederlandse staat |
Genre(s) | Nederlandse wetgeving |
Brontaal | Nederlands |
Datering | 11 maart 1994 |
Bron | Nederlandse overheid |
Auteursrecht | Publiek domein |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om, mede in verband met artikel 1 van de Grondwet, ter bevordering van de deelneming op gelijke voet aan het maatschappelijk leven bescherming te bieden tegen discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat, dat het daarom wenselijk is behoudens wettelijke uitzonderingen onderscheid op deze gronden te verbieden en dat het in verband met de handhaving van dit verbod wenselijk is een Commissie gelijke behandeling in te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 2 maart 1994
- Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken,
- E. van Thijn
De Minister van Justitie,
- E. M. H. Hirsch Ballin
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
- J. Wallage
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,
- J. M. M. Ritzen
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,