[ 1 ]AMSTERDAM den 12 april. „Uit GRONINGEN heeft men Tyding, dat de Ed. Mog. Heeren. Burgemeeſteren, en Raad dier Stad, het Tweede Accesſit der geſtelde Pryſen op de Inleevering van de beste, en best bereekende Plans; en Tekeningen voor een Nieuw Raadhuis, hebben toegewezen aan den Autheur, onder de Zin-Spreuk HET GOED VOORNEEMEN REGTVAARDIGD DE UITVOERING, welke, by opening bevonden is, te wezen de Heer JACOB EDUARD DE WITTE, Directeur Generaal der Stads Werken, en Gebouwen alhier, als, volgens de Publiek in Druk uitgegevene Verklaaring Hunner Ed. Mog. voorzien, met een zeer uitgewrogte Berekening, en wel doorgedagte Aanmerkingen, &c”.
„De Brieven van Conſtantinopel van den 4 Maart, behelzen weinige byzonderheden, die vermits de Vreede herſteld is, hoe langs hoe minder worden zullen. De Groot-Vizier, had den Heer Peterſon en deszelfs Secretaris, ieder met een Ryk uitgedost Paard beſchonken.
„Uit het Brandenburgſche word bericht, dat Zyne Majeſteit reeds voor de Verkiezing van den tegenwoordigen Paus, Commisſarisſen benoemd had tot onderzoek van de Zaaken der Jeſuïten, en men denkt, dat deze Orde in de Pruisſiſche Staaten insgelyks zal afgeſchaft worden”.
De Wel Edele Heeren Bewindhebberen van de Ooſt-Indiſche Compagnie ter Vergaderinge van de Zeventiene alhier, hebben tot Advocaat voor Nederlands Indiën aangeſteld de Heer Mr. NICOLAAS ALEXANDER LELYVELD.
Den 10den is in Tesſel binnen gekomen Joh. Winge uit Noorwegen, de wind Noordelyk.
Den 11den R. Tjeerds van Stettyn, de wind N. N. Weſt.
Commandeur O. Oebles na de Straat-Davids gedeſtineerd, heeft den 16 Maart by het Land van Buſch in een zware Storm Schade bekomen, heeft in goeden ſtaat gepraait Commandeur J. H. Schut, en is den 10den dezer in Tesſel weder terug gekomen.
Uit Elzeneur word van den 4den dezer gemeld, dat Schipper Cornelis Johannes aldaar gekomen gerapporteerd had, dat op de Grasholms geſtrand was een Smak en een twee Mast Schip, waar van de Groote Mast weg was, en nog een groot Schip uit de Noordzee, die agter de Grasholm geankerd was, hebbende maar alleen de Fokke Mast.
Op Lezouw zat ook een Schip waar in maar een Mast te zien is, en op Aanhoud een twee Mast van alle de namen onbekend.
Tusſchen den 28 en 29 Maart is by Flakſtrand op Strand geraakt het Schip van Frans Busk van Bart na Hull, men meende nog iets van de Scheeps Gereedſchappen te bergen, en Gudmund Kiöhler van hier na Noordkopping, de Schipper en 5 Man zyn verdronken[.]
Op Keun dat van Ole Urſtröm van Sicilien laatſt van Marſtrand na Stokholm, en Ch. Biorn van deze Stad, en op Ellinga dat van Schipp. Groepe van Langezund beide na Koppenhagen.
Den 19den Maart is met eenige ſchade te Barcelona gearriveerd D. Wiebes van hier, hebbende in de Spaanſche en Middelandſche Zee veel ſtorm uitgeſtaan.
Den 5den dezer is uit Cowes gezeild J. Hanſen na Esſequebo, den 6den dito van Oſtende A. Cornelis na Cad[i]x en op dien zelven dag van Vlisſingen, F. Reichard, Ch. Ketner en J. Bohlen en van de Rede voor Rammekes, ’t Schip Haaſt u Langzaam Capt. C. van Kakom na de Kuſt van Guinea, nevens 2 à 3 Fluiten, en eenige Engelſche Schepen, en den 7 dito het Ooſt-Indieſch Comp. Schip OUD HAARLEM Schipper Jan Sierveld na Ceylon, van Livorno And. Engel en van Marſeille Jacob Albrecht beide herwaards.
Te Livorno is gearriveerd F. Jansz. uit Sicilien, laatſt van Maltha, te Allikanten Y. P. Ysſen van Marſeifle, J. Verberne en R. J. Booy van Genua, te Lisbon J. P. Alfning van St. Sebaftiaan en C. Hook uit Sicilien, te Calais E. Palleſen van Barcelona, laatſt van Duinkerken, te Bourdeaux P. Nuske van Stettyn en G. Bernardus, te Londen Y. Olferts, K. Smit, C. Remmers, K.Doorn en P. Longdill alle van hier, te Oſtende T. Paynter van Mentona, J. Jenſen van Rotterdam na Livorno, W. Peterſen van Fredrikshal, J. Mercier van Bajoenen, K. S. de Haas en J. Smith van Nantes, te Huſem J. Klaſes, te Bremen F. Pieters, D. Koers en S. Elders, te Hamburg A. Alewyns,
[ 2 ]M. Ekkes, R. Feddes en H. J. Nieding, alle van deze Stad, H. Klauſen van Cephalonien, laatst uit Noorwegen, M. van der Linden van Bourdeaux, Booy And. W. Tod en Th. Rogers van Havre de Grace.
De Actien van de O. I. Comp. zyn 345. Die van de W. I. Comp. 33 en 1 half. De Engelſche Ooſt-Ind. Comp. 155 en 3 quart. De Engelſche Bank 144 en 3 quart. De Zuid-Zee 99. 4 Percent. Annuiteiten van ’t Jaar 1760, 92. Geconſolideerde dito van 3 Perct. 88 en 3 quart. Alle op Mey. De Agio van de Bank 4 en 1 half pCt.