„Bouw-Sierkunst.
Zaterdagmiddag a.s. zal te Utrecht de B. E. S. K. (Instelling voor Bouw-Sierkunst) worden geopend. Aan een aantal kunstenaars is medewerking verzocht voor een permanente internationale tentoonstelling op het gebied van decoratieve en industrieele kunst. Medewerking is o.a. toegezegd door W. M. Dudok, J. M. van Hardeveld, V. Huszar, mevrouw M. Kloos, W. van Leusden, J. J. P. Oud, Ir. S. van Ravesteyn, A. J. Westerman en Jan Wils. De tentoonstelling omvat uitsluitend „geavanceerd-modern werk, dat van beteekenis geacht wordt voor den toekomstigen ontwikkelingsgang der kunst, vooral door zuivering van ondoelmatige en nietszeggende detailleering”.
Aan de uitnoodiging ontleenen we nog:
„Van de beschikbare ruimten (twee kamers) zullen de begrenzende vlakken alleen in wit, grij en zwart geschilderd zijn ter verkrijging van een architectonisch geheel, waarin elk kunstvoorwerp zoowel in kleur als vorm zuiver tot zijn recht kan komen. Gaarne ook zal voor deze permanente tentoonstelling aanvaard worden het zoogenaamd extravagant of excessief werk, dat als bijzondere nieuwe verschijning in de kunst is aan te merken.
Eenige aanwijzing bij de bepaling van de hoedanigheid dezer tentoonstelling van samenwerkende kunst vindt men in het volgende, o.m.:
Interieurkunst: goed verzorgde ontwerpteekeningen en kleine maquettes.
Meubelen: uitsluitend kleine meubelen, geen complete meubileering.
Ceramiek: metaal- en glaswerk.
Beeldhouwkunst: als samenwerkende kunst en alleen „kleinplastiek”.
Schilderkunst: uitsluitend architectonische beelding.
Glas in lood: grootste afmeting ca. 1.00 M.
Textielkunst: kleine tapijten, weefwerk, enz.
Speelgoed.
Drukwerk: boek-, reclamekunst, enz.”
|