DADA IN DILIGENTIA
Gisteravond hebben we in Diligentia nog eens een Dada-avond gehad. Ditmaal was de zaal maar driekwart vol. We hebben weer gebruld en gekrijscht, onverschillig of Heine gereciteerd werd, Mendelssohn gespeeld werd, of onzin uitgestooten. We hebben Huszar voor Landru uitgescholden, van Doesburg voor Broekhuys en diens vrouw gemeenheden toegevoegd. We hebben gehuild en gejengeld, geblèrd en stommiteiten verkocht, kroegbazen- en boksergrappen gelanceerd, alles om maar te bewijzen dat wij niet dada zijn. We hebben zóó’n helsch en volmaakt onzinnig spektakel gemaakt, dat het nu wel zonneklaar bewezen is, dat wij nog bij ons volle verstand zijn; dat is dus in orde.
We hebben Kurt Schwitters hopjes geoffreerd, „we gaan nog niet naar hois” gezongen, op horentjes geblazen en tegen elkander gezegd, dat die Dadaïsten toch stapelgek zijn!
|