Naar inhoud springen

Anoniem/De Olympische Spelen/4

Uit Wikisource
De Olympische Spelen
Auteur(s) Anoniem
Datum Vrijdag 18 mei 1928
Titel De Olympische Spelen
Krant Nieuwe Rotterdamsche Courant
Jg, nr 85, 138
Editie, pg Avondblad, 3-4
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein

[3]


De Olympische Spelen.


De eerste dag wordt een succes. Het weer, aanvankelijk slecht, wordt in den namiddag beter.
De onthulling van het Tuyll-monument.
Onze hockeyers slachten de Franschen met 5–0.
Denemarken wint van Zwitserland met 2–1.
Britsch Indië wint van Oostenrijk met 6–0.
Duitschland slaat Spanje met 5–1.
De loting van het voetbaltornooi. Nederland loot tegen Uruguay.


De eerste dag.


Amsterdam, Hemelvaartsdag.


      [Het] kamermeisje van de derde étage van American [Hotel] kwam uw verslaggever vanochtend wekken met [een be]scheiden tikje op de deur en de vertrouwelijke [meded]eeling, dat het toch zoo jammer was, maar dat [het ba]ksteenen regende. Het gladde asphalt van het [Leidsch]e plein glom van de nattigheid en een door[waterde] politieagent stond eenzaam te kleumen tegen [den nie]uwen gevel van Hirsch. Het zag er uit of het zoo [den gehe]elen dag zou blijven en toen we tot het besef [kwame]n, dat het vandaag Studentenroeiwedstrijd was, [was he]t triestig begin van den dag aanstonds verklaard, [het was]: „Varsity-weer!”
      [...]ren jammerde en deelnemende menschen, die [er hun] leed over uitspraken en taxi-chauffeurs zoowel [als con]ducteurs verdiepten zich in weerbeschouwingen, [die „De] Bilt” naar de kroon zouden kunnen steken.
      [Het] bleef meedoogenloos regenen uit een monotoon [grijze l]ucht, die maar niet breken wilde.
      [Maar] ziet, zoo tegen half twaalf komt er scheuring en [even late]r om half een schijnt de zon.



Ir. A. baron Schimmelpenninck van der Oije aan het woord bij de onthulling van het Van Tuyll-monument. Men ziet op de foto van links naar rechts o. a. burgemeester De Vlugt, kapitein Scharroo, C. A. W. Hirschman, minister Lambooy, generaal Snijders en Prins Hendrik.


      [Van] toen af is het eigenlijk goed weer geweest, zoodat [de me]nschen gekomen zijn in groote getale, meer dan [men h]ad durven hopen.


De aanblik van het stadion.


      [Het] wachten op het begin van de officieele plechtig[heid h]ebben we bekort door het stadion nog eens goed [op te] nemen. Als men het nadert over de schier einde[looze k]eienvlakte, die van Tuyllplein heet en zich wijd [uitbre]dt van het oude tot het nieuwe stadion, dan [staat] deze schepping van Jan Wils er toch wel heel [stoer?] en krachtig bij. Het is een sterk expressief ge[bouw] met den merkwaardigen Marathon-toren als [...lij]k accent ten opzichte van de hooge en monotone [...]ing.
      [Dan] treedt men door de Marathonpoort naar binnen. [Daar h]eeft zelfs het leege stadion iets intiems.
      [Als] men het vergelijken gaat met de groote stadia [van Eu]ropa dan kunnen we tevreden zijn; dan heeft [Jan W]ils met zijn eigen gebouw al de eerste Olym[pische] overwinning gehaald.


[O]nthulling van het van Tuyll-monument.


      [Na]bij tweeën had de politie voor het toen nog achter [...]en verscholen monument voor wijlen baron van [Tuyll] een breede carré vrij gehouden. Een groote open [vierh]oek dus, die het publiek op een afstand van wel [...] van het monument hield.
      [Binn]en die afzetting kwamen, mèt de familieleden van [den o]verledene, tal van autoriteiten, leden van het [N.O.C.?] en heeren van de pers. We merkten o.m. op [minister] Lambooy, burgemeester de Vlugt en generaal [Snijders], wethouders en gemeenteraadsleden van Amster[dam e]n vertegenwoordigers van alle sportbonden.
      [Om] kwart over twee kwam Z.K.H. de Prins met mr. A. [baron] Schimmelpenninck van der Oye het afgezette



Een kijkje voor het Olympisch Stadion na de onthulling van het Van Tuyll-monument.


[gebied?] op en nadat verschillende heeren hun opwachting [hadden] gemaakt, nam de heer Schimmelpenninck het [woord.] Zich tot den Prins wendend zeide de heer [Schimm]elpenninck ongeveer:
      [Nu] wij de eerste maal het nieuwe Olympische [Stadi]on betreden is het ons, leden van het N.O.C., een [belo]fte een oogenblik te verwijlen bij de nagedachtenis [van baron?] van Tuyll van Serooskerken, den eersten [voorzitt]er van het N.O.C. Hij toch is de ma geweest, [die] den stoot toe gegeven heeft, dat de Spelen, die [stra]ks zullen beginnen, toegewezen zijn aan ons land [en] deze stad. Het is onze plicht hem dankbaar te [zijn vo]or zijn edel streven om voor de eer van ons land zoo voortreffelijk te arbeiden. Van Tuyll heeft zijn beste krachten aan de Olympische zaak gegeven; hij heeft daardoor de lichaamsvaardigheid van ons volk bevorderd en hij heeft in het buitenland onze vlag hooggehouden.
      Van grooter belang en van dieper beteekenis is nog datgene wat wij de heer Van Tuyll gedaan heeft voor het verbreiden van de idee der lichamelijk opvoeding; hij verrichtte kranig pionierswerk, bleef onvermoeid in zijn pogingen om steeds goede sport te propageeren. In 1912 richtte hij het N.O.C. op en tot zijn dood heeft hij het geleid met bekwame hand, onvermoeid strijdend voor het goede doel, hetwelk hij voor zich zag als zijn ideaal.
      Wij zijn hem voor dit alles erkentelijk en om zijn nagedachtenis te eeren, om ook stoffelijk te getuigen van wat er in onze harten blijft leven voor hem, hebben we dit monument gesticht, hetwelk ik Uw Koninklijke Hoogheid verzoek wel te willen onthullen.
      Z. K. H. voldeed aan het verzoek en toen ontsluierde zich daar voor ons het prachtig-massieve statue van mej. Rueb.
      Baron Schimmelpenninck legde een krans neer aan den voet van het monument en daarmede was de plechtigheid ten einde.
      Daarna ging het gezelschap het stadion binnen.
      Z.K.H. vertoefde nog een kwartiertje in het achter de eereloges gelegen restaurant en langzamerhand kwamen er bezoekers op de tribunes. Het bleef goed weer en de zon scheen op het mooie en effen grasveld, en jubelde met al de wapperende vlaggen mee, juichend ter eere van den feestelijken aanvang der Spelen.


Het hockey-tornooi.


Nederland–Frankrijk (5–0).


      Nadat de Prins de Koninklijke loge had betreden terwijl het Wilhelmus werd gespeeld, kwamen de Fransche hockeyers het speelveld op met witte truien over hun hard-blauwe hemden, witte broeken en roode kousen. De onzen met oranje hemden en witte broeken en groene kousen. Beide elftallen brachten den Olympische groet voor de eereloge en hun aanvoerders traden op elkaar toe, drukten elkaar de hand, de Franschen jubelden een strijdkreet, naar Amerikaansch model, en onze landgenooten lieten drie hoera’s hooren voor hun tegenstanders. Toen trokken de Franschen hun truien uit en het spel begon.
      Er zullen zowat 5000 menschen geweest zijn toen Nederland begon met een vinnigen aanval op het Fransche doel. De onzen blijven agressief en forceeren een hoekslag. De situatie voor Frankrijk is dadelijk pijnlijk, wijl de Fransche spelers bijna niet over de helft komen en lukt hun dat al eens, dan zijn onze backs superieur en ons doel blijft onbedreigd. Enkele rennen van de oranjemannen stranden op buitenspel.
      Na 15 min. gelukt het den Franschen voor de eerste maal in den Nederlandschen slagcirkel te komen. Of het evenwel strategisch juist was om de tegenpartij aldus in te sluiten, meenen we te moeten betwijfelen. Er ontstond daardoor voortdurend een scrimmage vóór het Fransche doel, zonder dat onze spelers er door konden breken.
      Nederland krijgt dan een paar maal offside tegen zich en Jannink zien we er naast slaan.
      Even een herleving van de Franschen na 19 min. als zij den eersten hoekslag op het doel der onzen krijgen; maar dit prikkelt Nederland tot feller kamp en in de 20ste minuut slaat v. d. Roevaert den bal in het Fransche net 1–0.
      Daarna wordt een uit een strafcorner gemaakt doelpunt ongeldig verklaard.
      Na 23 minuten is het Tresling Jr. die uit een strafcorner het tweede doelpunt weet te maken (2–0) en even voor de rust is het Jannink weer, die er voor zorgt, dat we met een gerust hart een kopje thee gaan drinken.
      In de tweede helft hebben de Franschen beter gespeeld; maar dat neemt niet weg, dat het een spel van kat en muis bleef. De Franschen lieten kick and rush zien en misten het fijnere combinatiespel der onzen.
      Jannink zorgde na 2 minuten al voor het vierde punt (4–0) en wij denken hem een vijfde te zien maken. – de burgemeester van Enschede juichte reeds! – maar de bal gaat helaas naast.
      Wederom is het Jannink, die goed opbrengt en de Franschen hebben waarlijk niets meer te vertellen; ze houden evenwel enthousiast vol en ze spelen minder slecht dan voor de rust.
      In de 30ste minuut maakt van der Veen er 5–0 van en daarbij is het gebleven.
      De Nederlanders hebben goed gespeeld, zij beschikten over een techniek, superieur aan die der Franschen; in onze ploeg waren bijna geen zwakke plekken; het was een mooi en harmonisch geheel
      Het strekt den hockeyers tot eer, dat zij de Spelen met een Nederlandsche overwinning hebben geopend.
      De elftallen waren aldus:


Nederland.

Katte,
De Waal,      Tresling,
Ankerman,      Duson,      Brand,
Kop, Jannink, v. d. Roevaert, v. d. Veen. Visser ’t Hooft.

Robin, Poussineau, de Lévaque, Grimonprez, Rivière,
Simon      Prieur (cap.),      Lackmann
Peuchot,      Chevalier,
Salarnier.

Frankrijk.


Denemarken–Zwitserland (2–1).


      Deze wedstrijd werd in het oude stadion voor betrekkelijk weinig publiek gespeeld. Het begin was weinig fraai, daar er nog al werd gemist. De Denen brachten het aanvankelijk niet verder dan tot een paar strafcorners. De Zwitsers bepaalden zich hoofdzakelijk tot uitvallen, waarbij ze zelfs een paar goede kansen kregen, die de Deensche doelman onschadelijk wist te maken. Plotseling een snelle Deensche aanval, doch de Zwitsersche doelman redt fraai.
      De Zwitsers vallen daarna aan, ze brengen het tot vlak voor den doelman doch ze schieten juist naast. Na 20 minuten plaatst de Deensche middenvoor, Husted, kalm den bal in het net, waardoor Denemarken de leiding heeft.
      De Zwitsers komen hierna wat in de meerderheid, doch door buitenspel gaan heel wat kansen verloren. Dat duurde echter slechts kort want de Denen namen het spel verder in handen, waarbij Zumstein in het Zwitsersche doel met veel geluk er in slaagde verder zijn doel schoon te houden.
      In de tweede helft pakken de Zwitsers goed aan, ze missen echter enkele kansen. Hun overwicht duurde slechts kort daar de Denen door technisch beter spel in de meerderheid kwamen. Een overtreding van een der Zwitserse achterspelers heeft een strafbully tengevolge, waaruit Holst op fraaie wijze het tweede doelpunt der Denen maakt.
      De Zwitsers blijven volhardend doorwerken, luid door de Zwitsersche supporters aangemoedigd. Hun ijver wordt ten slotte beloond door een fraai schot van Loubert, waarmede ze een tegenpunt maken.
      Zwitserland spant zich hierna krachtig in, doch er komt geen verandering meer in den stand.


Britsch-Indië–Oostenrijk (6–0).


      Om 5 uur begint in het oude stadion de wedstrijd der Britsch-Indiërs tegen Oostenrijk. Voor dezen wedstrijd bestond heel wat belangstelling. Het publiek stroomde van het nieuwe naar het oude stadion, zoodat er ten slotte zeker 5000 toeschouwers waren.
      De Britsch-Indiërs beginnen met rustig te spelen tegenover het eenigszins wilde spel der Oostenrijkers. De kalmte wit het want in betrekkelijk korten tijd heeft eerst Shaukat Ali en daarna de beroemde middenvoor Dhyand Chand gedoelpunt.
      De Oostenrijksche doelverdediger blijkt de kracht van de ploeg te zijn. Hij stopt de lastigste schoten en houdt en eenige gevaarlijke ballen mooi uit.
      De strijd wordt hoofdzakelijk op de Oostenrijksche helft gespeeld. Een snelle uitval der Oostenrijkers wordt den Indiërs bijna noodlottig, doch hun doelverdediger redt.
      De Oostenrijkers zijn hierna geruimen tijd op verdedigen aangewezen, wat ze uitstekend doen. Plotseling brengen de Indiërs snel op en het is weer Dhyand Chand, die den aanval met een goed geplaatst schot bekroont en daarmede Britsch-Indië een derde doelpunt bezorgt. De bal werd van korten afstand ingezonden en was daardoor voor den Oostenrijkschen doelverdediger onhoudbaar. Met dezen stand wordt van doel verwisseld.
      Ook in het tweede gedeelte zijn de Britsch-Indiërs in de meerderheid. Een schot vliegt van de bovenlat weer in het veld terug, waarna de Oostenrijksche doelverdediger bij de daardoor ontstane worsteling mooi weet te redden. Uit een strafcorner slaat dan Dhyand Chand een vierde doelpunt in het net. Even vergeet een der Oostenrijkers zich, hij slaat een der tegenstanders vrij hard met z’n stok, wat een gefluit van het publiek tengevolge heeft. Het is alweer Dhyand Chand die een opening weet te vinden om no. 5 te maken. Uit een strafcorner wordt door Cullen ten slotte het zesde doelpunt der Indiërs gemaakt.
      In de laatste minuten nog eenige gevaarlijke aanvallen der Indiërs en dan wordt het einde aangekondigd.


Spanje–Duitschland (1–5).


      Voor een paar duizend toeschouwers werd deze wedstrijd des avonds in het nieuwe stadion gespeeld. Duitschland is sterker maar door enkele uitvallen zijn de Spanjaarden toch gevaarlijk. Eens redt de Duitsche doelverdediger door uit te loopen, waarbij hij den Spaanschen aanvallen een duikeling door de lucht laat maken. Na 5 minuten slaat Hobein juist binnen den cirkel den bal onhoudbaar langs den Spaanschen doelverdediger (0–1). Hierna volgen eenige goede Spaansche aanvallen. Een prachtig schot van den Spaanschen linksbinnen Chavarri vliegt langs het Duitsche doel. Spanje blijft gevaarlijk door snel open doch wel wat onzuiver spel.
      Uit een strafcorner wordt door de Duitschers een gevaarlijk schot ingezonden, dat echter wordt gestopt. Onmiddellijk daarna schiet Müller naast het Spaansche doel. De Duitschers vallen hierna krachtig aan waarbij het goede spel der Spaansche verdedigers opvalt. Het spel wordt nu belangwekkend, de Duitschers zijn daarbij iets sterker, wat ze door een hard en hoog door Brocke in het net geslagen bal bewijzen (0–2).
      De Spanjaarden missen dan na een snellen ren een mooie kans. Ze krijgen weer een kans door een strafcorner, welke echter niet wordt geaccepteerd. Een prachtige ren van Müller besluit hij met een stevig schot en de stand is 3–0 voor Duitschland.
      De Spaansche rechtsbuiten Junquera brengt dan mooi op. Als hij alleen voor het doel komt, slaagt de Duitsche doelverdediger er in door snel uitloopen te redden. Het vierde punt laat niet lang op zich wachten. Hobein maakt het van korten afstand. Even later is de eerste helft verstreken.
      De tweede helft begint met een aanval der Duitschers, waarbij de bal naast gaat. De Spanjaarden weren zich echter en reeds na twee minuten maken ze een tegenpunt (1–4). Onmiddellijk daarna een aanval der Duitschers, waaruit Haag het vijfde Duitsche doelpunt maakt. Dan heeft Spanje plotseling een prachtige kans doch van dichtbij wordt naast geslagen.
      De Duitschers blijven in de meerderheid. Een uitval der Spanjaarden levert hun een strafcorner op. Het gevaar wordt afgewend, waarna de Duitschers den Spaanschen doelverdediger in actie brengen.
      Kort voor het einde slaat Boche den bal hard in doch ofside maakt het punt ongeldig. Onmiddellijk daarna is de tijd verstreken en heeft Duitschland met 5–1 gewonnen.


De loting voor het voetbaltornooi.


      Gisterenmiddag vond in een der zalen van het nieuwe Stadion het preludium der voetbalwedstrijden, de loting, plaats.
      Begrijpelijkerwijs bestond er hiervoor heel wat belangstelling. Vertegenwoordigers van de meeste deelnemende landen waren aanwezig en voorts tal van kopstukken uit de internationale sportwereld. Verder gaf ook de Amsterdamsche burgemeester door zijn aanwezigheid blijk van belangstelling. Prins Hendrik had op verzoek der regelingscommissie zijn medewerking bij de loting toegezegd.
      De heer K. Lotsy heette namens de regelingscommissie in de eerste plaats Z. K. H. Prins Hendrik welkom en verzekerde daarbij, dat de regelingscommissie zijn medewerking op hoogen prijs stelde. Vervolgens verwelkomde hij in het Engelsch de andere aanwezigen en zette hij uiteen op welke wijze de loting zou geschieden. Hij deelde mede, dat 18 landen hadden ingeschreven. Het bleek hierbij, dat ook Zuid-Slavië nog op de lijst voorkwam, daar dit land nog niet officieel bericht had, dat het niet zou komen. Bij de loting moest derhalve ook met het mededingen van dat land rekening gehouden worden.
      Eerst zouden daarom twee voorwedstrijden worden vastgesteld. De namen van de 18 landen werden vervolgens in kokertjes gedaan en in een doos geschud, waarop men den Prins uitnoodigde de nummers te trekken. Als eerste kwam uit de bus Chili, gevolgd door Portugal, daarna Spanje en Estland. Deze vier landen zouden dus in de voorwedstrijden spelen. De namen van Chili en Portugal werden daarna samen in eenzelfde kokertje gedaan, evenals die van Spanje en Estland, zoodat er thans 16 kokertjes in de bus waren en tot de trekking voor de eerste ronde overgegaan kon worden. Achtereen-



Z. K. H. de Prins betreedt de Koninklijke loge van het Olympisch Stadion, terwijl het Wilhelmus wordt gespeeld. Aan zijn rechterhand jhr. mr. Röell, commissaris van de Koningin in Noord-Holland; aan den anderen kant burgemeester De Vlugt.


volgens werden door den Prins de volgende landen uitde bus getrokken: De winnaar van Estland-Spanje tegen Mexico, België tegen Luxemburg, Zwitserland tegen Duitschland; de winnaar van Portugal-Chili tegen Zuid-Slavië.
      Hierna kwam ons land uit de bus. Het groote oogenblik was dus aangekomen. Hier zou de Prins dus hebben aan te wijzen den tegenstander van onze ploeg, iets wat niet alleen voor het succes van het elftal doch ook voor het financieel succes van de spelen van zoo bijzonder groot belang is. De Prins was zich blijkbaar van het groote gewicht van dit oogenblik bewust. Ernstig keek hij Jasper Warner aan, streek vervolgens de hand over z’n hart en haalde toen met een ernstig gezicht een kokertje uit de bus. De heer Kellenbach maakte het onder ademlooze stilte open.
      „Uruguay” riep een grappenmaker.
      „Het is zoo”, was Kellenbach’s antwoord.
      De Prins had inderdaad den winnaar van het Olympisch tornooi in Parijs als onzen tegenstander aangewezen.
      Men kan begrijpen, dat het een moment van groote



Het Nederlandsche hockey-elftal, hetwelk gisteren de Franschen met 5–0 geslagen heeft. Van links naar rechts: De Waal (aanvoerder), Visser ’t Hooft, Katte, v. d. Roevaert, Ankerman, v. d. Veen, Tresling, Jannink, Duson, Brand en Kop.


teleurstelling voor onze voetballers was, daar men onwillekeurig reeds aannam, dat die eerste tevens ook de laatste wedstrijd voor onze ploeg zou worden.
      Men ging verder met de loting, waardoor nog werden vastgesteld Italië–Frankrijk, Egypte–Turkije en Argentinië–Amerika.
      Na de loting kwam de commissie afzonderlijk bijeen, waarbij de wedstrijden op de volgende dagen werden vastgesteld:



Een vinnige aanval van den linkervleugel der Nederlandsche voorhoede op het Fransche doel.


      Zondag 27 Mei: Chili–Portugal en Spanje–Estland.
      Maandag 28 Mei: Luxemburg–België; Zwitserland–Duitschland en Egypte–Turkije.
      Dinsdag 29 Mei: winnaar Portugal–Chili tegen Zuid-Slavië; Italië–Frankrijk en Argentinië–Amerika.
      Woensdag 30 Mei: winnaar Spanje–Estland tegen Mexico en Nederland tegen Uruguay.


De heer C. J. Groothoff schrijft ons omtrent deze loting het volgende:
      [auteursrechtelijk beschermd]


[4]


      [auteursrechtelijk beschermd]


De plicht van het fatsoen.


      Nederland zal dus in de eerste ronde van het voetbaltornooi moeten spelen tegen Uruguay. De wedstrijd dien we tegen deze Zuid-Amerikanen gespeeld hebben te Parijs ligt nog versch in veler geheugen. Die wedstrijd heeft een beloop en een geschiedenis gehad, die een ieder bekend is.
      Maar thans zijn de Nederlanders de gastheeren en zij zullen stellig hun plicht kennen en beseffen, dat ons Nederlandsch voetbal-elftal Uruguay tegemoet zal dienen te treden, zonder rancune, met waardigheid en met het juiste besef van gentlemanship.
      Wij zijn overtuigd, dat in den boezem van het bestuur van den Nederlandschen Voetbalbond een zelfde streven richting zal geven en voor ’t overige mogen we met gerustheid staat maken op het beleid van den rideerlijken aanvoerder van onze ploeg, den man, die uitverkoren is om den Olympischen eed af te leggen en wiens reputatie dusdanig is, dat men hem met volkomen vertrouwen kan laten begaan.
      Nederland, het Nederlandsch elftal en het publiek zullen blijk geven den plicht van het fatsoen te kennen!


De regeling in het stadion.


      We gelooven, dat ieder over de regeling in het Olympisch Stadion tevreden kan zijn. Er waren nu, vergeleken bij wat er zal komen als Nederland tegen Uruguay zal spelen, een handje vol menschen. Maar het liep toch alles goed. De leden van het C.I.O zaten zaten op betere plaatsen en mooiere stoelen dan den leden van het N.O.C. en deze onderling hadden ook weer elk hun eigen zetel al naar gelang hun waardigheid en voornaamheid dat zoo meebrengt.
      De persplaatsen zijn wat smalletjes uitgevallen; dat was nu vandaag zoo erg niet, want we hadden rijkelijk de ruimte. Er was zelfs nog plaats voor de bestuurderen van de vereeniging De Nederlandsche Dagbladpers, die na het noenmaal, hetwelk zij aangeboden hadden aan de buitenlandsche (niet-Olympische) journalisten, met hun dames en gasten de perstribune kwamen tooien.
      Maar bij het voetbaltornooi, als het vol zit, zal het spannen.
      Als tegen dien tijd de zittingen maar niet meer zoo afgeven als ze heden deden. Vandaag zagen we keurige, lichte zomerjasjes met bedenkelijk versche verfvlekken.


De ambtswoning van den burgemeester.


      Hedenavond heeft een intiem feestmaal plaats gehad ten huize van burgemeester de Vlugt, die – naar wij vernamen – in zijn ambtswoning aan de Heerengracht bij de Vijzelstraat aan den disch zou vereenigen Z.K.H. den Prins, het Comité 28 en nog andere gasten.
      Wij zouden van dat diner geen melding maken, ware het niet dat daartoe gereede aanleiding bestaat, wijl het wel heel toevallig is, dat het eerste banket op den officieusen opneingsdag der Spelen, aangeboden door den eersten burger der hoofdstad des rijks plaats heeft in het zelfde huis, waar F. W. C. H. baron van Tuyll van Serooskerken, de stichter van het N.O.C. en de groote Olympische voorvechter geboren is.


De Duitsche voetbalploeg.


      De Duitsche voetballers komen a.s. Zondagavond te Amsterdam aan. Zij logeeren te Zandvoort.