Een plan tot inrichting van het Stadion en de bouw van een Olympisch dorp
[Afbeelding: Jan Wils. Ontwerp voor de verbouwing van het stadion tot Olypisch Stadion, oefenveld en olympisch dorp. 1924.]
Overzicht.
- Stadion, met a. Voetbalveld; b. Loopbaan; c. Wielerbaan.
- Overdekte tribunes (zitplaatsen).
- Open tribunes (staanplaatsen).
- Koninklijke loge.
- Terras, waarboven ontvanggebouw.
- Zwemstadion.
- Tribunes.
- Marathonpoort.
- Postkantoor.
- Eerehof.
- Van Tuyll-monument.
- Gebouw voor boksen en krachtsport.
- Schermen.
- Congressen en tentoonstellingen.
- Restaurant.
- Oefenveld.
- Olympisch dorp.
- Ontspanningszalen, secretariaten en hotel.
- Tennisbanen.
- Wedstrijdbaan met tribunes en clubgebouw.
- Ingangen.
- Uitgangen.
- Rijwielbergplaatsen.
- Kiosken.
De teekening hierboven brengt in beeld een plan van den architect Jan Wils betreffende de inrichting van het Stadion in 1928, de daarvoor noodige uitbreiding en verbouwingen en tevens een daaraan vastgeknoopt plan tot den bouw van een Olympisch dorp.
Het plan, dat in het jongste nummer van „De Olympiade” is verschenen, is daarin in vier talen toegelicht.
Bij de afbeelding van het voorloopig plan van het Olympisch dorp heeft als beginsel gegolden, dat de plaats van het tegenwoordig stadion als uitgangspunt genomen moest worden, omdat een stadion op een ander terrein onvermijdelijk tot een verzwakking van beider positie in de toekomst moest leiden.
Ofschoon de teekening reeds duidelijk de indeeling van het beschikbare terrein doet kennen, moge de volgende toelichting daar bijgevoegd worden om den lezer te voeren in de gedachten, die bij het ontwerpen van dit plan hebben voorgezeten.
Het terrein zelve heeft afmetingen, die het mogelijk maken, dat vrijwel alle spelen, maar ook de daarmee verband houdende congressen, tentoonstellingen, huisvesting der deelnemers, oefenterreinen en landelijke secretariaten daar een plaats kunnen vinden.
Het zal weinig moeite kosten zich voor te stellen, welke onschatbare voordeelen hieraan verbonden zijn. Niet alleen, dat daardoor de stichtingskosten aanzienlijk beperkt worden, dat nu slechts de verkeersregeling zich op een enkele plaats concentreert, dat de kosten voor organisatie en contrôle tot een minimum beperkt worden, dat de spelen zelf een vlotter en indrukwekkender verloop hebben, dat het den bezoekers aangenaam is op een enkel terrein van de groote afwisseling in de spelen en de tentoonstellingen te kunnen genieten, doch de talrijke, door hun afmetingen belangrijke gebouwen, gescheiden door lanen en bloembedden en de vele kleine nevengebouwtjes met boven alles uit de vroolijk wapperende vlaggen vormen een uitgebreide stad, die door haar grootte, inrichting en samenstelling het feestelijk karakter van de Olympische spelen uitdrukt. Het is de Olympische Stad, „la Cité Olympique”, het herboren Olympia van het oude Griekenland.
Het bestaande stadion, waarvan de afmetingen te klein zijn voor de velden en banen, die de moderne Olympische spelen eischen en daarenboven te weinig plaatsruimte biedt voor de bezoekers, wordt uitgebreid, zoo, dat daar een ruim voetbalveld, een athletiekterrein, een loopbaan en een vaste wielerbaan kunnen worden ondergebracht en op de verschillende tribunes plaats is voor 40.000 toeschouwers. De rechte tribunes worden overdekt en krijgen zitplaatsen, de ronde eindtribunes worden voor staanplaatsen ingericht. In een der ronde zijden komt dan de Marathonpoort, die door afmetingen en architectuur een waardige uitbeelding zal zijn van de Marathon, een van de schoonste momenten van de spelen. De rechte tribune bevat een bijzondere afdeeling, waarvan de Koninklijke loge, de loges voor het C. O. I., voor de landelijke vertegenwoordigers, de juryleden en de genoodigden, en dat alles geflankeerd door de Olympische en nationale vlaggen, het middelpunt vormen. Met een terras, dat gebouwd is over den ringweg om het stadion en waarop een ontvanggebouw gedacht is, staat deze hoofdtribune in verbinding met de tribunes om het zwemstadion.
Op bruggen, over het kanaal geslagen, worden die tribunes gebouwd, die dus rondom dat stadion insluiten, waarbij de noodige voorzorgen getroffen zullen worden voor uitstekend zwemwater.
Met de vele in- en uitgangen, de kiosken voor chocolade, sigaretten, briefkaarten enz., een afzonderlijk post- en telegraafkantoor vormt dit stadion-complex de eerste groep van het plan.
Een tweede groep sluit hier onmiddellijk bij aan. Om een eerehof, waar de beeldhouwwerken van den Olympischen wedstrijd der schoone kunsten worden opgesteld, met als middelpunt het herinnerings-monument van den onvergetelijken voorvechter der Olympische gedachte in Nederland, Baron van Tuyll van Serooskerken, groepeeren zich drie gebouwen: een van de boks-, worstel- en krachtsport; een voor het schermen, zoowel binnenshuis als in de buitenlucht; en een voor het houden van de vele congressen in verband met de sport en de lichamelijke opvoeding en de tentoonstellingen van de schilderkunst, de bouwkunst en de beeldhouwkunst met de Olympische sporten als onderwerp.
Gefankeerd door vrij opgestelde beeldhouwwerken, vlaggen, bloembedden en boomenrijen is in dit gedeelte van het plan meer het representatieve onderdeel van de spelen vertegenwoordigd. Ter zijde van deze afdeeling, langs de straat, ligt een restaurant met groot terras, waar de bezoekers der spelen kunnen verpoozen.
Door een eenvoudig krachtig hek met enkele poorten is deze groep dan weer gescheiden van de derde afdeeling, die meer uitsluitend bestemd is voor de deelnemers aan de spelen. Een groot oefenterrein met voetbalveld, rugbyveld en loopbaan vormt hiervan het centrum. In het stadion zelve is geen rugbyveld en daarom is met een enkele tribune voorzien, dat de rugby-wedstrijden op dit oefenveld kunnen plaats vinden. In welverzorgde omgeving liggen een 36-tal huisjes, bestemd voor de deelnemers aan de spelen van verschillende nationaliteit. Een vlag naast het huisje duidt het land van herkomst aan. De huisjes zelve bestaan uit een gemeenschappelijke zitkamer met terras, zes tweepersoonsslaapkamers en een badkamer. Tusschen deze woninggroepen zijn twee gebouwen ontworpen, die bestemd zijn voor het gemeenschappelijk gebruiken van de maaltijden en voor ontspanning, voor het onderbrengen van de landelijke secretariaten en enkele logeerkamers.
De laatste groep wordt gevormd door een aantal tennisbanen, tegelijk oefenterreinen voor de tennisspelers. Het middelpunt hiervan is de wedstrijdbaan met clubgebouw en tribunes.
Aan alle kanten zijn dan nog plaatskaartenbureaux en uitgangen ontworpen en langs de wegen zijn banken, vlaggen en andere kleurgevende bouwsels gedacht, die het Olympisch wedstrijdterrein van alle kanten een aantrekkelijk aanzien zullen geven.
|