Naar inhoud springen

Anoniem/H.M. de Koningin reikt de Olympische prijzen uit

Uit Wikisource
H.M. de Koningin reikt de Olympische prijzen uit
Auteur(s) Anoniem
Datum Maandag 13 augustus 1928
Titel ‘H.M. de Koningin reikt de Olympische prijzen uit’
Krant Het Vaderland
Jg 60
Editie, pg Avondblad B, 1
Opmerkingen Charles Henri Labouchere vermeld als Labouchère
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein
H.M. de Koningin reikt de Olympische prijzen uit


      Het Olympisch tournooi heeft verschillende hoogtepunten gehad: de zonnige Zaterdag, toen Holland in de hockeyfinale uitkwam, de attractiewedstrijd Nederland-Uruguay, de openingsplechtigheid en nog ettelijke andere groote dagen kenden we.
      Deze fleurige Zondagmiddag overtrof vrijwel alle vorige.
      Het Stadion scheen voller dan ooit, en het scheen kleuriger dan ooit: er was toilet gemaakt meer dan bij eenigen anderen Olympischen dag.
      Van twee uur af worden we genoeglijk bezig gehouden door een zang-demonstratie op groote schaal: de volksliederen van een groot deel de Europeesche en Amerikaansche landen klinken zoo vaak en zoo varieerend, dat het wel een Olympische muziekdag geleek. Elk volkslied geeft gelegenheid op te merken hoeveel landslieden van den gehuldigden overwinnaar nog in het Stadion aanwezig zijn. Het Yankee-lied bijv. dat in vroeger dagen door duizenden Amerikanen werd meegezongen, heeft nu bijna geen aanhang — teeken, dat onze luidruchtige vrienden uit de Vereenigde Staten goeddeels vertrokken zijn.
      Wel zijn er nog heel wat Duitschers: als het „Deutschland über Alles” door het Stadion klinkt, zingen vele honderden mee.
      Tot 2.30 u. is er vredige rust in het Stadion het middenveld is opgevuld met 16 hindernissen van 1.25—1.40 M. hoogte. Ook is er een sloot van 4 meter. De lengte van het parcours bedraagt 560 M. Vereischte snelheid per minuut 375 M.
      Om halfdrie komt de Koningin en Haar gevolg. We zingen het Wilhelmus — de Koningin neigt naar alle kanten, en onmiddellijk er na draaft het eerste paard binnen, een half uur na den vastgestelden tijd.
      Elders in dit blad wordt over de sport van dezen middag uitvoerig geschreven, en voor dit gedeelte kunnen wij dus naar het verslag daarvan verwijzen.
      Enkele malen werd het springen onderbroken door de gebruikelijke ceremoniën, het uitroepen van de winnaars der bokswedstrijden. Toen voor Van Klaveren de rood-wit-blauwe vlag aan den middelsten mast werd geheschen en de Kon. Militaire Kapel het Wilhelmus inzette, zong heel het volle Stadion uit volle borst ons volkslied mee.
      Het was een grootsch moment.


Een incident.

      Eenmaal ontstond er tijdens het springconcours een relletje. Toen het de beurt was van kapt. Labouche op Coprain, werd er om stilte verzocht. Daaraan voldeed het publiek gaarne en onder doodsche stilte nam, Labouchère de eerste hindernissen onberispelijk. Dan juist voor de Marathontribune bij een der moeilijkste hindernissen riep iemand luide: voortuit, Labouchère. Deze uitroep, hoe goed bedoeld ook, werd onzen landgenoot noodlottig, want Coprain, toch al nerveus, wierp de hindernis om. Op de tribune werd de enthousiast door het publiek onder handen genomen, en genoodzaakt de tribune te verlaten.
      Het was wel een bij uitstek spannend slot van de Olympische Spelen, deze wedstrijd met zijn twee extra beslissingen!
      Na de twee protocolaire cérémonies voor het paardensportconcours en de eere-ronde der zegevierende ruiters over de sintelbaan, betrad de lange rij der overwinnaars in de Olympische Spelen het terrein voor de prijsuitreiking. De meesten waren gekleed in hun costuum van den openingsdag. Een voor een werden de eerste-prijswinnaars uit de verschillende landen op de eere-tribune geroepen, waar de Koningin de gouden medailles uitreikte. Nederland, dat in deze Olympische Spelen niet minder dan acht eere prijzen behaald heeft, betrad onder luid gejuich de eere-tribune: voorop tien dames van de gymnastiekploeg, daarachter naast elkaar Jan Wils, Zus Braun en Van Klaveren en ten slotte onze ruiters. De overwinnaars werden telkens met hartelijk applaus begroet. Enkele favorieten van het publiek, o. a. prins Olaf, kregen nog een extra applaus.
      Daarna werden op het terrein de tweede prijzen uitgereikt door Prins Hendrik en de derde prijzen door den voorzitter van het I. O. C. graaf de Baillet Latour.
      Graaf de Baillet Latour sprak hierna de volgende sluitingsrede uit:
      „In naam van het Internationaal Olympisch Comité en na btuiging van onze innige dankbaarheid aan H. M. de Koningin, aan het volk van Nederland, aan het bestuur van de stad Amsterdam en aan de organisatiren der Spelen, verklaren wij de Spelen der Negende Olympiade gesloten en volgens de traditie noodigen wij de jeugd van alle landen uit zich over vier jaar te Los Angeles te vereenigen om er met ons de Spelen van de Tiende Olympiade te vieren.
      Moge deze verloopen in voorspoed en harmonie en moge op die wijze de Olympische toorts haar loop door de jaren vervolgen voor het heil van de menschheid, die steeds meer toegewijd, moedig en sterk moge zijn.
      Dit zij zoo!”
      Onder trompetgeschal van den top van den Marathon-toren werd, terwijl de kanonschoten bulderden, de Olympische vlag gestreken.
      De slothymne weerklonk door het Stadion, de burgemeester van Parijs, reikte de Olympische vlag over aan wethouder Vos, die het gemeentebestuur van Amsterdam vertegenwoordigde, en toen, als slot van de Olympische Spelen van 1928, werd het Wilhelmus ingezet.
      De Spelen der IXe Olympiade waren geëindigd.