Anoniem/IXe Olympiade-Amsterdam-1928

Uit Wikisource
IXe Olympiade-Amsterdam-1928
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 1 maart 1927
Titel Sport. IXe Olympiade-Amsterdam-1928.
Krant Het Centrum
Jg, nr 44, 12696
Editie, pg [Dag], Tweede Blad, [1]
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein

SPORT


IXe OLYMPIADE-AMSTERDAM-1928.


Het Olympisch Stadion.


      Er begint nu teekening te komen in de werkzaamheden op het groote terreinencomplex aan den Amstelveenscheweg te Amsterdam, waar het nieuwe Stadion van den architect Jan Wils verrijzen zal. Zoolang men bezig was met het grondwerk, viel er uit den aard der zaak voor niet-deskundigen betrekkelijk weinig te zien. Dat is nu anders geworden.
      Zooals men weet, moest begonnen worden met het heele terrein ongeveer 2 M. op te hoogen, waarvoor meer dan ¾ millioen kub. M. zand is gebruikt en vervolgens heeft men in ruim vier maanden tijds niet minder dan 4425 palen ingeheid.


Stadion en Terreinen.


      De totale oppervlakte beslaat 16 H.A. (het autopark en de oefenterreinen meegerekend zelfs 52 H.A.). Behalve het eigenlijke Stadion, het centre-court der Olympische Spelen, komen er een zwem stadion gebouwen voor schermen en voor krachtsport, een cricket- (en hockey-)veld en een tennis-stadion, bestaande uit drie centre-courts en 10 oefenbanen, benevens een groot tentoonstellingsgebouw voor het Concours d’Art en een postkantoor.
      In het Stadion zelf is ruimte voor 40.000 toeschouwers. Er zijn ongeveer 20.000 zitplaatsen en daarvan is de helft overdekt. Het middenterrein zal worden ingenomen door een voetbalveld van internationale afmetingen, waaromheen de 400 M. lange en 8 M. breede loopbaan van sintels, enz. wordt aangelegd. Daar loopt dan de 8 M. breede en 500 M. lange wielerbaan weer omheen, die, evenals het Stadion zelf, in gewapend beton wordt uitgevoerd. Een soort goot tusschen baan en toeschouwers verhindert, dat ooit parapluies, hoeden en dergelijken op de baan zouden kunnen vallen, terwijl een stevig hek de toeschouwers tegen ongelukken beveiligt.
      De twee overdekte tribunes komen evenwijdig aan de lengte-as dus tegenover elkaar. De deelnemers [onleesbaar] aan bij de finish, evenals de vertegenwoordigers der pers, voor wie die zitplaatsen worden gereserveerd, die door een afzonderlijken toegangsweg te bereiken zijn. Verder zullen zij de beschikking krijgen over een groote seinzaal voor telegrafie en 45 telefooncellen.


De stand van het werk.


      Op het oogenblik is men zoo ver, dat de fundeeringen gereed en de begane grond voor de helft klaar is. Ook één der tunnels, waardoor de deelnemers het midden terrein moeten kunnen bereiken is al af.


De Wielerbaan.


      Het meest springt thans de wielerbaan in het oog, die voor ongeveer ¼ gedeelte in beton gereed is, terwijl men met het vlechtwerk in ijzer tot op de helft is gevorderd. Om in verband hiermede enkele cijfers te geven: in totaal zal verwerkt worden ongeveer een millioen KG. betonijzer en 9000 M3 beton.


De Speelvelden.


      Wat de speelvelden betreft, de afdeklaag van zwarte aarde met leem is opgebracht, het cricketveld is al voor bezaaiing gereed (doch daarvoor moet het weer eerst nog zachter worden) en de rest is gedraineerd.
      De gemeente is op het oogenblik druk bezig met het aanbrengen van beschoeiingen en walmuren rondom het terrein. Buiten het terrein worden van het begin van den Amstelveenscheweg de rioleeringen en waterleidingen gelegd.


Vervoer van materiaal.


      Het vele grondmateriaal, dat met schepen wordt aangevoerd, werd met grijpers, die ongeveer een kub. Meter tegelijk pakken, gelost en van daar per tractor over het terrein vervoerd. Het cement wordt door transportbanden naar de loodsen gebracht, waardoor het mogelijk is, dat vier man in één dag een schip kunnen lossen van 6000 balen.


Nieuwe machines.


      Het valt trouwens toch dadelijk op, dat op dergelijk groot werk betrekkelijk zoo weinig arbeiders aan den gang zijn, hetgeen zijn verklaring vindt in de toepassing van verschillende nieuwe machines. Zoo zijn er vele betonmolens, een over rails verplaatsbare storttoren, die het eigen materiaal 16 M. opvoert, zoodat alle beton op eenvoudige wijze gestort kan worden op de plaats waar dit noodig is.
      Elders rijdt in een loods een machine daar de plaats waar men haar noodig heeft, die in staat is ijzeren staven tot 4 c.M. dikte op lengte af te knippen. Is het materiaal dunner, dan maakt ze ook geen bezwaar om een heel bosje staven tegelijk op lengte af te snijden. Wat hierdoor alleen al aan tijd en arbeidsloon bespaard wordt valt moeilijk te becijferen.
      In dezelfde loods staat ook een buigmachine, die zwaar ijzer in één keer onder alle gewenschte hoeken buigen kan en tot spiralen toe maakt, niet alleen heel veel sneller, maar ook zuiverder dan dit tot dusver mogelijk was.
      Het heele werk is trouwens op Amerikaansche leest geschoeid: door het geheel – dat op een leek wel eens den indruk maakt van een chaos van zand, gestort beton en houten bekistingen met ijzervlechtwerk – slingeren zich de treintjes, die het materiaal aanvoeren. Alles gaat schijnbaar rustig zijn gang, maar achter die rust concentreert zich een geweldige energie, die maakt, dat we niet bezorgd behoeven te wezen dat het werk niet tijdig genoeg gereed zou zijn. Tot dusver tenminste is men van periode tot periode steeds vóór geweest en er is geen enkele reden waarom dat niet zoo zou blijven.

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • Anoniem (1 maart 1927) ‘De Olympiade 1928’, Voorwaarts, Derde blad, [p. 3] (gedeeltelijk).