Anoniem/Monumenten der oud-Mexicaansche beschaving

Uit Wikisource
Monumenten der oud-Mexicaansche beschaving
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 3 maart 1936
Titel Monumenten der oud-Mexicaansche beschaving
Krant Het Vaderland
Jg 67
Editie, pg Avondblad C, 2
Opmerkingen Matthijs Maris vermeld als Thys Maris
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Monumenten der oud-Mexicaansche beschaving


Lezing mej. Duyvis


      In een bijeenkomst van de Vereeniging Lucas van Leyden in het Prentenkabinet der Rijks-Universiteit te Leiden, heeft mej. Guda E. G. Duyvis gisteravond gesproken over Monumenten der Oud-Mexicaansche beschaving, na door den voorzitter prof. Byvanck te zijn ingeleid.
      In het „Groot-Mexicaansche cultuurgebied”, dat zich vóór de komst der Spanjaarden in Mexico en de aangrenzende Centraal-Amerikaansche republieken had gevormd, waren twee middelpunten van beschaving: het eene, meer specifiek Mexicaansche op het hoogland van Mexico, het andere in de zuidelijke staten van Mexico, de republieken Guatemala, Honduras en Britsch Honduras: het land der Mayas. In hoeverre deze in veel opzichten verschillende culturen der Mayas en der Mexicanen elkaar beïnvloed hebben en welke daarbij primair was, of dat beide op een gemeenschappelijken grondvorm teruggaan, is een der grootste problemen, die zich bij de bestudeering dezer volken voordoen.
      Beide volken hadden schrift in den vorm van hieroglyphen, ons bewaard gebleven in de verschillende codices en bezaten een zeer nauwkeurige tijdrekening, vastgelegd in een kalendersysteem. Er bestonden twee kalenders naast elkaar. Het „tonalamati”, het boek der goede en booze dagen omvatte een periode van 260 dagen, het was de kalender, waaruit door de priesters werd waargezegd. De andere kalender was aan de zon aangepast. Het jaar werd verdeeld in 18 perioden van 20 dagen; de vijf die overbleven werden ingelascht. Zoowel de 20 dagen, als de 18 perioden hadden namen en werden voorgesteld door hyroglyphen, iedere dag werd begeleid door een cijfer, waarbij echter maar tot 13 geteld werd.
      Wat de Mayas onderscheidt van de Mexicanen is het feit, dat zij hun monumenten dateerden. Zij gingen daarbij uit van een nulpunt. Wanneer dit nulpunt in onze tijdrekening valt, is nog steeds een open vraag, de meeningen hierover loopen zeer uiteen.
      Voor in het zuiden in de ruïnes van Copan (Honduras) en Quirigüá (Guatemala) komen veel gedateerde monumenten voor. De groote ruïnesteden in het noorden, in Yucatan, onderscheiden zich van deze eersten door de groote bouwwerken, paleizen en tempels op terrassen en pyramides opgericht. In Chichen Itzá is een ouder Mayadeel en een jonger deel, waar Mexicaansche invloeden duidelijk waar te nemen zijn.
      Een anderen stijl vertoonen de gebouwen in de ruïnes van Palenque, in het Usumacintagebied, in den staat Chiapas gelegen.
      Na afloop der lezing was er gelegenheid tot het bezichtigen der tentoonstelling van werk van wijlen Theo van Doesburg. Ook een deel der nieuwe aanwinsten van het Prentenkabinet, (o.a. fraaie etsen van Thys Maris, James Ensor enz.) waren voor dezen avond ter bezichtiging gesteld. Er was veel belangstelling.

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • Anoniem (3 maart 1936) ‘Chr. Lucas-vereeniging’, Nieuwe Leidsche Courant, tweede blad, p. 6.
  • Anoniem (3 maart 1936) ‘Vereeniging Lucas van Leyden’, De Leidsche Courant, eerste blad, p. 2.
  • Anoniem (3 maart 1936) ‘Vereeniging „Lucas van Leyden”’, Leidsch Dagblad, eerste blad, [p. 1].
  • Anoniem (4 maart 1936) ‘Oud-Mexicaansche beschaving’, De Telegraaf, Avondblad, Vierde Blad, p. 14.
  • Anoniem (5 maart 1936) ‘Beschaving van Oud-Mexico’, Algemeen Handelsblad, Ochtendblad, derde blad, p. 6.