Architectura/Jaargang 5/Nummer 5/De kathedraal van Peterborough

Uit Wikisource
‘De kathedraal van Peterborough’ door [F.]
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 5 (zaterdag 30 januari 1897), p. 27-28. Publiek domein.

[ 27 ]

vervolg van bladz. 24. DE KATHEDRAAL VAN
PETERBOROUGH.

De heer j. l. pearson is een hoogst verdienstelijk bouwmeester, een der beste kerkenbouwers van den tegenwoordigen tijd in engeland. Zijn hoofdwerk, de Kathedraal van Truro is een zeer belangwekkend gebouw, een goed geslaagd type van eene dergelijke stichting, zijn St. Augustijner Kerk te kilburn en die te bessborough gardens worden als fraaie bouwwerken geroemd; de spits van laatstgenoemde verdient bizondere vermelding.
 In al die gebouwen heeft de heer pearson zich een ernstig bouwmeester getoond, voor wien den titel van R. A. (Royal Architect) geen sinecure is[.]
 Ook op archeologisch gebied is de heer pearson bekend; [ 28 ]voor het eerst ontmoeten wij hem te westminster, waar hij de restauratie leidde van den Noordelijken transeptgevel, in hoofdzaak naar teekeningen van Sir gilbert scott. In dien gevel bevond zich een radvenster, dat daarin vroeger door christoffel wren (1632–1723) ter vervanging van een dergelijk venster, dat vernieuwing behoefde, was geplaatst. scott had dit venster gespaard; het was wel niet zuiver gothiek, maar kon er zeer goed door.
 pearson kon het echter niet dulden en deed het vervangen door een radvenster van eigen vinding met motieven ontleend aan de modelboeken van gegoten ijzeren voorwerpen.
 Er werd verzet tegen deze daad aangeteekend, vooral omdat, tegelijk met het venster, ook de 18e eeuwsche loodbeglazing moest verdwijnen, die goed van teekening en kleur was.
 De bouwmeester was genoodzaakt gedeeltelijk aan den drang toe te geven; zijn venster bleef er in, doch het oude glas moest weder geplaatst worden.
 Dat glas, geheel vervaardigd voor wren’s venster, paste niet in de afwijkende vormen van pearson’s constructie, zoodat de apostelfiguren, waarmede het versierd was, hunne beenen moesten missen en op stompen kwamen te staan. Dit feit gaf een dichter in die dagen de volgende ontboezeming in de pen:
 The Church of old the Apostles well did rule,
 Each ordered wisely what he put his hand on,
 Now they’re set right by every preaching fool,
 While pearson’s left them not a leg to stand on.
 Maar erger maakte de bouwmeester het bij de inwendige restauratie. Onder de merkwaardigste oude monumenten, die men er aantrof, behoorde dat van sir giles daubeny, dat eenvoudig werd stukgeslagen en vervangen door een nieuw grafteeken van pearson’s maaksel.
 Vervolgens zien wij hem aan den kathedraal te Rochester aan den arbeid.
 Aldaar liet hij een 15e eeuwsch torentje aan de noordzijde van den Westgevel wegbreken en vervangen door een pseudo Normandisch, als pendant van dc oude Normandische pinakel, die zich aan de zuidzijde van dien gevel bevindt.
 Wat het inwendige betreft, zoo deed hij aan het kerkbestuur het voorstel om de 13e eeuwsche koorafsluiting, een der oudste en belangrijkste van dieu aard in engeland, te doen wegruimen en daarvoor een nieuw opengewerkt pearsonhek voor in de plaats te stellen.
 Of nu de publieke opinie daartegen opkwam, dan wel of financieele redenen er de oorzaak van waren is ons niet bekend, doch de slotsom was, dat hij de bestaande afsluiting zon verbeteren door ze te veranderen naar die, welke te york aanwezig was en uit de 15e eeuw dagteekende en verder te versieren met nissen, pinakels en beelden uit de 19e eeuw. Aldus geschiedde!
 Deze feiten zijn beteekenisvol om het talent van den bouwmeester in zake kerkrestauraties te beoordeelen. Uitwendig wordt goed 15e eeuwsch werk veroordeeld en neergehaald en vervangen door eene Normandische constructie. Inwendig verbeterd hij, zeker om den evenaar in het huisje te brengen, een uitmuntend 13e eeuwsch onderdeel, door het toevoegen van 15e eeuwsche motieven.
 Van rochester gaan wij naar lincoln.
 Daar vond hij ruimschoots gelegenheid om zijne archeologische opvattingen uit te werken. Het kapittelhuis te lincoln is een fraai bouwwerk uit de 13e eeuw, een tijdperk dat door velen als het meest volmaakte in de Gothiek wordt beschouwd, doch dat bij den heer pearson weinig genade kan vinden. De oorspronkelijke vloer van de kapittelzaal was ongelijk, doch overigens volmaakt goed.
 Die oneffenheid was een doorn in zijn oog en de oude vloer werd door een geheel nieuwe vervangen.
slot volgt.