Architectura/Jaargang 5/Nummer 8/Verslag der 1050ste gewone vergadering

Uit Wikisource
‘Verslag der 1050ste gewone vergadering, gehouden in de groote zaal van het American-Hotel. Op Woensdag 17 Februari, ’s avonds te 8 uur’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 8 (zaterdag 20 februari 1897), p. 47-48. Publiek domein.

[ 47 ]

VER­SLAG DER 1050STE GE­WO­NE VER­GA­DE­RING, GE­HOU­DEN IN DE GROO­TE ZAAL VAN HET AME­RI­CAN-HO­TEL. op woens­dag 17 fe­bru­ari, ’s avonds te 8 uur.

Deze drukbezochte vergadering, opgeluisterd door de aanwezigheid van eenige dames, introducés en genoodigden, waaronder de pers, werd door den voorzitter met een welkom aan de gasten en de overige aanwezigen geopend. Hij wees verder op het innige verbond der [ 48 ]verschillende kunstuitingen, waardoor het dus noodzakelijk is dat bijv. een architect kennis neemt van de ontwikkeling van andere vakken ook van die welke niet zoo direct daarmeê verbonden zijn, zooals bijv. de letterkunde. Daarom was hij overtuigd dat de aanwezigen met evenveel belangstelling naar den spreker dr. h. c. muller zouden luisteren en zijne voordracht volgen met evenveel belangstelling alsof het eene architectonische bijdrage gold.
 Na lezing der onveranderd goedgekeurde notulen gaf de voorzitter het woord aan dr. h. c. muller.
 Spreker behandelde achtereenvolgens het drama bij de verschillende volken van af china en japan tot amerika ten tijde der inca’s, daarna indië met zijn ontwikkeld tooneel en griekenland. Hij toonde aan hoeveel termen, nu nog met betrekking tot muziek en tooneel in gebruik, van Griekschen oorsprong zijn. Verder besprak hij de wenschelijkheid om eene reconstructie van het Grieksche tooneel te verkrijgen en verhaalde van de mislukte pogingen te dien einde door hem beproefd. Daarna las hij een fragment voor eener door hem vervaardigde vertaling van de Antigone van sophocles, waarna een krachtig applaus der vergaderden bewees dat dit gedeelte zijner voordracht zijn indruk op de aanwezigen niet gemist had.
 De voorzitter dankte den redenaar voor zijne bijdrage en stelde aan de vergadering den heer hartkamp voor die door welwillende bemoeiingen van dr. h. c. muller zich bereid verklaard had eene interessante kunstbeschouwing van afbeeldingen van Nederlandsche schouwburgen te geven. Deze keureollectie van platen en aquarellen gaf een welsprekend overzicht van de geschiedenis van den schouwburgbouw bij ons te lande en de aanwezigen bezichtigden de groote hoeveelheid platen niet veel belangstelling. Na afloop bracht de voorzitter den heer hartkamp den welgemeenden dank der vergadering en hoopte dat het genootschap nog eens in de gelegenheid mocht zijn, de keurige verzameling van genoemden heer uitvoeriger te bezichtigen.
 Ingekomen was een schrijven van den heer wiggers, lokaalcommissaris, die zich genoodzaakt zag voor deze functie te bedanken. De voorz. dankte laatstgenoemde voor den ijver waarmede hij zijne taak had vervuld en verzocht goedkeuring der vergadering op het voorstel van den heer wiggers en het bestuur om den heer j. van leeuwen als opvolger te benoemen. Dit werd door de verg. goedgekeurd.
 Thans werd behandeld een adres van de „Nederlandsche vereeniging voor Teekenonderwijs” behelzende een verzoek ter medeonderteekening van een rekwest aan de Regeering, om van deze laatste eene wijziging te krijgen der akten Middelbaar onderwijs Teekenen M¹ en M².
 Met betrekking tot dit adres las de voorz. een ingekomen schrijven voor van den heer e. jelsma, directeur der 2e Amsterdamsche ambachtsschool, waarin deze voorstelde gebruik te maken van de uitnoodiging vau de Ned. ver. v. Teekenonderwijs ter bijwoning eener vergadering dezer vereeniging door afgevaardigden van a. et a.
 Het bestuur vereenigde zich met het denkbeeld van den heer jelsma en stelde voor drie afgevaardigden daartoe te benoemen, nl. e. jels,a, dir. amb.sch., c. w. nijhoff, dir. der Teekensch. v. Kunstamb., en j. m. lauweriks, 1e sec. De voorz. verzocht daarover het oordeel der vergadering.
 De heer h. g. jansen vroeg of het de bedoeling was, bovengenoemde commissie een mandaat te geven namens de vergadering.
 Hierop antwoordde de voorzitter dat vooralsnog de werkzaamheden dezer commissie zouden beperkt blijven tot het bijwonen van bovengenoemde vergadering en het geven van een verslag daarvan aan het Genootschap A. et A.
 Hierop werd bovengenoemde commissie met algemeene stemmen aangenomen.
 De voorz. stelde als gewoon lid voor Mej. c. e. gruntke, voorgesteld door de Heeren de bazel en lauweriks en las voor de mededeelingen betreffende de uitgave prijsvragen, na nogmaals de heeren muller en hartkamp voor hunne bijdragen te hebben bedankt.
 Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering gesloten.