Arnhemsche Courant/Jaargang 58/Nummer 5326/Bekendmaking
‘Bekendmaking’ door van Pallandt |
Afkomstig uit de Arnhemsche Courant, donderdag 4 mei 1871, [p. 1]. Publiek domein. |
Bekendmaking.
De Burgemeester der gemeente Arnhem roept mits dezen op, zoodanige ingezetenen, die op den 1sten Januarij 1871 hun 25ste jaar van ouderdom zijn ingetreden, benevens de zoodanigen, die zich van buitenlands in de gemeente gevestigd hebben, voor zooverre zij nog in eene der klassen van de schutterij vallen, om zich tusschen den 15den Mei en 1 Junij aanstaande ter Secretarie van het gemeentebestuur te Arnhem voor de dienst der schutterij te doen inschrijven; zullende tot het ontvangen van hunne aangifte te dier plaatse dagelijks, gedurende den voormiddag van 9 tot 12 ure, worden gevaceerd, de invallende zondagen hiervan uitgezonderd.
Tot narigt van de belanghebbenden dient: Dat als ingezetenen in dezen worden beschouwd alle Nederlanders, binnen het Rijk hun gewoon verblijf houdende, en alle vreemdelingen, binnen het Rijk woonachtig, welke hun voornemen, om zich aldaar te vestigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het overbrengen van den zetel van hun vermogen, of de hoofdmiddelen van hun bestaan voor zooverre zij in de voorregten van Nederlanders kunnen deelen.
Dat de aangifte tot inschrijving in allen gevalle door de ingezetenen van den hierboven bedoelden ouderdom behoort gedaan te worden, ook dan zelfs, wanneer de belanghebbende vermeenen mogt, tot de vrijgestelden of uitgeslotenen van de schutterlijke dienst te behooren.
Dat zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf houden, of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verpligt zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwezig is, en dat, bijaldien in die verschillende gemeenten, waar iemand verblijf houdt, of den zetel van zijn vermogen heeft gevestigd, alleen dienstdoende of alleen rustende schutterij bestaan, dezelve zich moet doen inschrijven in die gemeente, alwaar hij voor de personele belasting is aangeslagen.
Dat zij, die bevonden zullen worden zich niet voor den 1sten Junij 1871 te hebben doen inschrijven, door het plaatselijk bestuur ambtshalve zullen worden ingeschreven en ter zake van hun verzuim in eene geldboete vervallen, terwijl dezelve daarenboven zonder loting bij de schutterij worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden.
En worden overigens de ingezetenen aangemaand, zich tijdig van een geboorte-extract te voorzien en zich alzoo van hunnen juisten ouderdom te verzekeren, ten einde de inschrijving behoorlijk geschiede en zij alzoo niet komen te vervallen in de straffen bij de wet bepaald.
Arnhem, den 1sten Mei 1871.
De Burgemeester voornoemd, van Pallandt. |