Naar inhoud springen

Bredasche Courant/Jaargang 145/Nummer 222/De "Constcaemer"

Uit Wikisource
De „Constcaemer”
Auteur(s) Anoniem
Datum Dinsdag 24 september 1935
Titel De „Constcaemer”. Strube opent het seizoen
Krant De Bredasche Courant
Jg, nr 145, 222
Editie, pg [Dag], [2]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein
Breda

De „Constcaemer”

STRUBE OPENT HET SEIZOEN.

      De „Constcaemer”, de kunsthandel van Jan Strube in de Passage, heeft dezer dagen het seizoen geopend met een tentoonstelling van werken van vooraanstaande Nederlandsche schilders.
      Jan Strube hoopt met de inrichting van deze zaak naast een artistiek succes, ook den verkoop van schilderijen en kunstvoorwerpen te bevorderen waardoor vele artisten, die nu met hun werken blijven zitten in deze toch al niet rooskleurige tijden, nog iets zullen verdienen. Strube heeft er iets nieuws op gevonden om de kunst meer onder het volk te brengen. Daarvoor heeft hij een serie van tien kaarten ontworpen, die voor het luttele bedrag van 75 cents per serie verkrijgbaar zijn gesteld. Ingenaaid zijn deze teekeningen een fraaie wandversiering, geen prullaria doch echte kunst.
      Wat de tentoonstelling zelf betreft, vele werken van vooraanstaande Nederlandsche artisten zijn hier voorhanden, Eekman, Jan Franken, Fokko Mees, van den Berg, Windhausen, de Moree, Strube enz. Eekman, de artist, die rond ieder werk een verhaal spint, is met een zeer geslaagde serie houtsneden, voornamelijk uit het havenkwartier verschenen.
      Van Windhausen zijn er twee aquarellen, die opvallen door hun fijne zachte kleuren. De Moree exposeert een fraai doek, een vrouwenhoofd voorstellend. Strube zelf is uit den aard der zaak het best vertegenwoordigd. Zijn werk heeft een eigen kleur, steeds gebaseerd op de werkelijkheid, doch gezien door het oog van den kunstenaar, waardoor het zijn eigen cachet krijgt. Strube is een veelzijdig kunstenaar, die zich op velerlei terrein beweegt, alhoewel in al zijn werken de groote lijn van zijn karakteristieken stijl te vinden blijft. De boerenfiguur trekt hem aan, den markanten kop geeft hij een humoristisch en blij leven temidden van de eieren, knolrapen en de kool. Zijn schilderij, twee Brabantsche menschen is speciaal de aandacht waard. In de etalage staan een paar schilderijtjes van Jhr. Dithinger, een oud Bredanaar, die alleen reeds een bezoek aan de „Constcaemer” waard zijn. Een paar stillevens, waar een gloed en een mysterieus licht overliggen, die deze werkjes tot een klasse op zichzelf stempelen.
      Zoo is daar in de Passage veel moois te zien, wij twijfelen niet of vele kunstminnaars vinden deze dagen hun weg naar de „Constcaemer”.