Da Costa/Aan Jonkhr. J.C. Smissaert
< Da Costa
| ← Op het na den dood gemaakte afbeeldsel van Bilderdijk | Da Costa's Kompleete Dichtwerken (1876) door Da Costa | Aan Mr. J. W. Willekes → |
| Uitgegeven in 's-Gravenhage door D. A. Thieme. |
AAN JONKHR. J. C. SMISSAERT,
BY ZIJN VERTREK
ALS STUDENT IN DE GODGELEERDHEID
NAAR
DE LEYDSCHE HOOGESCHOOL.
Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden?
Als hy dat houdt naar Uw woord.Ps. CXIX : 9.
Als hy dat houdt naar Uw woord.Ps. CXIX : 9.
Ja, Smissaert ! op het pad, dat gy betreden zult,
zij immer van dat woord èn hart èn mond vervuld !
Is 't Christus, Wiens wy zijn, Wiens rijk, Wiens eer wy zoeken,
zoo vorsch naar wetenschap by Leeraars en in boeken,
maar wat voortreflijkheid in menschenwijsheid zij,
en wat ge leest of hoort, één zij uw Meester — Hy!
zij immer van dat woord èn hart èn mond vervuld !
Is 't Christus, Wiens wy zijn, Wiens rijk, Wiens eer wy zoeken,
zoo vorsch naar wetenschap by Leeraars en in boeken,
maar wat voortreflijkheid in menschenwijsheid zij,
en wat ge leest of hoort, één zij uw Meester — Hy!
1832.