Da Costa/Aan Mr. J.W. Willekes
Uiterlijk
< Da Costa
← Aan Jonkhr. J.C. Smissaert, by zijn vertrek als student in de godgeleerdheid naar de Leydsche Hoogeschool | Da Costa's Kompleete Dichtwerken (1876) door Da Costa | Op het Gorkumsche heidendom → |
Uitgegeven in 's-Gravenhage door D. A. Thieme. |
[ 429 ]
AAN MR. J. W. WILLEKES.
— fugaces —
Labuntur anni.
HORATIUS.
Labuntur anni.
HORATIUS.
Wat immer, Will'kes ! met der jaren stroom vervliet',
het graf, het huis, de les vergeet ons harte niet
van Bilderdijk, ons meer dan ongelijkbre Dichter,
des Vaderlands sieraad, en groote gloriestichter!
Moog zijn gedachtnis ons nog dáár tot zegen zijn,
waar geen herinn'ring meer aan 't harte vreugd kan geven,
dan die betrekking had op 't Onverganklijk Leven,
en wat al 't wereldsche is naakt openbaar wordt — schijn!
het graf, het huis, de les vergeet ons harte niet
van Bilderdijk, ons meer dan ongelijkbre Dichter,
des Vaderlands sieraad, en groote gloriestichter!
Moog zijn gedachtnis ons nog dáár tot zegen zijn,
waar geen herinn'ring meer aan 't harte vreugd kan geven,
dan die betrekking had op 't Onverganklijk Leven,
en wat al 't wereldsche is naakt openbaar wordt — schijn!
1832.