Naar inhoud springen

Daar was laatst een meisje loos

Uit Wikisource

Daar was laatst een meisje loos

Auteur
Genre(s) lied
Brontaal Nederlands
Datering 1775 (eerste documentatie)
Bron A.J. Dekker, Marie van Dijk, Ernst Heins, Henk Kuijer (1989) Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap, p. 229–236. Amsterdam : Uitgeverij Uniepers. ISBN 90 6825 066 3 (DBNL)
Auteursrecht Publiek domein
Logo Wikipedia
Logo Wikipedia
Meer over Daar was laatst een meisje loos op Wikipedia

Een gezongen versie van 1967

[bewerken]
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen, die wou gaan varen,
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen voor zeematroos.
Zij nam dienst voor zeven jaar
Omdat zij vreesde, omdat zij vreesde,
Zij nam dienst voor zeven jaar
Omdat zij vreesde voor geen gevaar.
Zij nam mee haar kist aan boord
Gelijk ook een jongen, gelijk ook een jongen,
Zij nam mee haar kist aan boord
Gelijk ook een jonge matroos behoort.
Zij moest klimmen in de mast,
Maken de zeilen, maken de zeilen,
Zij moest klimmen in de mast,
Maken de zeilen met touwtjes vast.
Maar bij storm en tegenweer
Sloegen de zeilen, sloegen de zeilen,
Maar bij storm en tegenweer
Sloegen de zeilen van boven neer.
Zij moest komen in de kajuit
Voor een pak ransel, voor een pak ransel,
Zij moest komen in de kajuit
Trekken de bovenkleren uit.
Zij sprak: Kapteintje, sla mij niet,
Ik ben een meisje, ik ben een meisje.
Zij sprak: Kapteintje, sla mij niet,
Ik ben een meisje, zoals gij ziet.
Eer het schip nog was aan wal
Had ze een jonge, had ze een jonge,
Eer het schip nog was aan wal
Had ze een jonge matroosje al.
Zij sprak: Moeder wees niet boos,
Ik was gaan varen, ik was gaan varen,
Zij sprak: Moeder wees niet boos,
Ik was gaan varen als zeematroos.
Van een die mij oprecht bemint
Heb ik dit leven, heb ik dit leven,
Van een die mij oprecht bemint
Heb ik dit allerliefste kind.
Maar eer het weder Pinkster is
Word ik zijn vrouwtje, word ik zijn vrouwtje,
Eer het weder Pinkster is
Word ik zijn vrouwtje, ja, gewis.
 

Als kinderliedje

[bewerken]
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen, die wou gaan varen
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen als lichtmatroos.
Zij moest klimmen in de mast
Maken de zeilen, maken de zeilen
Zij moest klimmen in de mast
Maken de zeilen met touwtjes vast.
Maar door storm en tegenweer
Sloegen de zeilen, sloegen de zeilen
Maar door storm en tegenweer
Sloegen de zeilen van bovenaf neer
Zij moest komen in de kajuit
Kreeg een pak ransel, kreeg een pak ransel
Zij moest komen in de kajuit
Kreeg een pak ransel en toen kwam het uit.
Ach kapteintje sla mij niet
Ik ben uw liefste, ik ben uw liefste
Ach kapteintje sla mij niet
Ik ben uw liefste zoals u ziet.