Dagblad van Noord-Brabant/Jaargang 75/Nummer 15285/De tentoonstelling in Concordia en Stedelijk Museum

Uit Wikisource
De tentoonstelling in Concordia en Stedelijk Museum
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 6 juli 1935
Titel Stad Breda. De tentoonstelling in Concordia en Stedelijk Museum. Wat er zooal te zien is.
Krant Dagblad van Noord-Brabant
Jg, nr 75, 15285
Editie, pg [Dag], tweede blad, 6
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

DE TENTOONSTELLING IN CONCORDIA EN STEDELIJK MUSEUM.

Wat er zooal te zien is.

De bloemententoonstelling.

      Deze ter bewondering uitgestalde, „kinderen der natuur” vormen het tastbare poëtische deel van al het schoons dat Breda Vooruit ons, inwoners èn de vreemdelingen biedt. Bloemen, ze zijn, in kleur en geur, verstoffelijkte, muziek, gewijde muziek. Waar is de mensch, die niet van bloemen houdt? De bloemen leggen in vorm en kleur getuigenis af van de edelste gevoelens van den mensch onder alle omstandigheden, waarin hij verkeert, bij vreugde, bij eerbetoon bij ziekte en dood. Uit licht, lucht, water en aarde zijn ze geschapen in kleuren, die de beroemdste kunstenaars sinds eeuwen trachten te herscheppen. Veel bloemen zien, van bloemen houden beteekent: een beter mensch worden. De Bredasche R. K. Bloemisten geven ons een schitterende kans. Gisterenmiddag om half drie is de tentoonstelling door den burgemeester vae Breda officieel geopend en onmiddellijk daarop begon de rondgang door de groote zaal, waarin in letterlijken en figuurlijken zin, de tentoonstelling af is. Wat hier onze katholieke bloemisten uit Breda, Ginneken en Teteringen hebben bijeengebracht, ten koste van geld, en dag- en nachtwerk, verdient bewondering en daadwerkelijke waardeering. De gansche groote zaal is één wonderschoone duizendkleurige tuin. De hall met z’n enorme palmen tot aan het plafond, gaf u al een voorproefje, maar de zaal is onherkenbaar. De, meestal in schemer wegdoezelend, muzentempel, staat in bloei. Het tooneel is door de firma wed. H. van Gurp en Zn. omgetooverd in een park met leliën, cloxinia’s, sinaasappelboompjes, en ananas-planten. En vanuit de diepte onder de palmen (waaronder men niet ongestraft wandelt) schrijden statig twee bruidsparen op u toe: één modern en één Biedermeyer-paar met bruidsbouquetten zuiver in stijl-van-tijd, om te stelen. De orkestkuil? Je zocht hem tevergeefs. De fa. J. H. Schonherr te Breda, heeft hem gedempt met ’n rotstuin, waar, in het minitatuur-vijvertje waterlelies bloeien. De firma M. Neefs Luyken van den Driesprong, bracht in overvloed heliotrope, spyrea’s, agaratums en kleine begonia’s. De firma wed. H. P. van Gurp en Zn. stelde zich met het tooneel-alleen niet tevreden, Zij vulde een stand met hoog-fijne bloemenmanden en een tweede, achter in de zaal, met rouw-kranzen, kruizen en rouwtakken, artistiek belint.
      Frans van Gurp in de Ridderstraat, toont zich den naam van deze oer-oude bloemistenfamilie waardig met zijn inzending bloemenmanden en kunst-aardewerkpotten en vazen van kristal en tin. Wat de firma A. van Eyk-Graumans van den hoek Parkstraat inzendt, is natuurlijk een kwestie van reputatie-bevestiging. „Noblesse oblige”. Zijn bloemenmanden zijn zeer smaakvol, evenals zijn gelegenheidsstuk: de vliegmachine met trosroosjes versierd. Ook deze firma toont haar smaak door de inzending van enkele rouw-bloemwerken. Als de voorzitter Jan van Eyk uit de Wilhelminastraat te Ginneken niet iets schoons bood, van wien zouden we het dan wel mogen eischen? Zijn vakkennis als theoreticus, maar vooral als practisch vakman, die kleur en vorm met meesterhand weet dienstbaar te maken aan de sierkunst, zijn genoegzaam bekend. De derde van Gurp is de firma Christiaan van Gurp van den Hoogen Steenweg te Breda. Zijn inzending maakt het klaverblad van dien naam af.... Daar waar des winters zooveel voeten ten dans schuifelen.. de middenvloer, pronkt nu een grasperk, waar inzendingen van C. P. H. Dames uit de Valkenierslaan en M. Neefs-Luyken, de bloemperken vormen. De Vereeniging-zelf zond de gelukkige bruidsparen en het specimen-prieel om haar venster- en balconversiering te demonstreeren.... Er is zeer veel zeldzaams. Bezie die bloeiende „Splendens” met haar vurig-oranje schutbladeren in den stand van Chr. van Gurp, zie zijn fruit- en bloemencombinatie-werk.... of liever, zie alles, want alles wat de expositie biedt, getuigt van het artistieke, kunnen en vooral ook van de vitaliteit onzer R. K. bloemisten, die manhaftig het monster Crisis, bevechten.

De Aquariumtentoonstelling.      

      Gods gróóte schepping is in het klein soms het schoonst. Onze Bredasche Aquarium- en Terrarium vereeniging bewijst u dit in een 25-tal aquaria, die in de zg. pijpenla ofwel veranda zijn ondergebracht, alle voorzien van verlichting met tropisch (24o C.) water en koud water. Er valt daar een pracht collectie Rasbora’s te bewonderen, de allerfijnst geteekende miniatuurtjes uit Nieuw Guinea afkomstig. Er zijn Maanvisschen, Roode Zwaartdragers, Barbelen en dat alles blinkt in gouden en zilveren en parelmoeren tinten in de kleine welverzorgde omslotenheid, die een droom gelijkt. Er zijn vorentjes, in onze Haven met den hengel gevangen, die er gaaf en vroolijk rondzwemmen. Voor de algemeene ontwikkeling van jong en oud is zulk een zacht-groen getinte, helderdoorschijnende bak met teere plantenguirlandes en bevallig voorbij-zwevende visschen onbetaalbaar, en toch is hij een goedkoope liefhebberij. Richt uw vraag om inlichtingen tot het steeds daar aanwezige bestuur en het zal u met raad en daad helpen.

De foto-tentoonstelling.      

      De foto-tentoonstelling ,welke eveeens in deze zaal is ondergebracht, zal ook vele bezoekers trekken. Men vindt er talrijke foto’s op allerlei gebied, doch speciaal is veel werk gemaakt van bloemenfoto’s, waarvan prachtige exemplaren te zien zijn.

      De tentoonstelling is in verschillende klassen verdeeld, zoodat men in de gelegenheid is om het werk der jongeren te vergelijken met het werk van hen, die reeds meer ervaring in de moeilijke kunst van fotografeeren hebben verkregen. Het is een interessante tentoonstelling, waar veel mooi werk is te bewonderen.

De kunstenttoonstelling.      

      Over de inzendingen op de kunstenttoonstelling in het Stedelijk Museum, schrijft Prof Lens uit Hoogstraten ons het volgende:
      Met genoegen en vooral met belangstelling ben ik naar Breda gekomen, om het werk der Bredanaars te zien. en op verzoek van het bestuur mijn meening neer te schrijven over hun kunstuitingen.
      Ik begin met te verklaren, dat het geheel een prettigen, warmen indruk op me maakte, dat er met lust en hard gewerkt is.

      Mej. Thomas exposeert twee olieverven. Een aardig kinderkopje en een stilleven. Deze schilderes is technisch onderlegt, er zal veel goeds uitgroeien,; maar nu is haar werk nog wat grauw, hoewel goed van kleur.
      Jan Strübe, schijnt mij een van de beste hier aanwezig, vooral in zijn litho’s ligt zijn kracht. Hij is geroepen tot nog betere dingen. Zijn haast overdreven accuraat geteekende litho’s maken een voornamen indruk. In zijn schilderijen moet hij er voor waken, dat hij niet te mosachtig wordt, zijn wegen krijgen iets onvasts en de gebouwen staan daardoor niet stevig. De belichting is hier en daar getruqueerd. Waar Jan Strübe, zich aan volksfeesten waagt, daar heeft hij contact met het leven. No. 47, 48, 49 zijn wel het best.

      Richard Peskowski bouwt zijn figuren stevig op. De hand van St. Jozef no. 43 is bijzonder geslaagd, de houding er van brengt rust en harmonie. No. 40. Er mankeert ’n goeden voorgrond. No. 44 Een doek met mooie contrasten.
      Peskowski zal het moeten zoeken in het monumentale. Hiervan getuigt ook de lag, ’n wonder van opbouw, prachtig van kleur, het geel lijkt goud. De stijl is eenvoudig en dat is goed gezien; ’n vlag moet leesbaar blijven.
      T. Snijders, herinnert aan Permeke, maar hij begint met waarmede hij zou moeten eindigen. Hij moet werken en dan van meet af beginnen. Hij ziet meer dan hij uitbeeldt.

      Paul Windhausen, hij beheerscht de waterverftechniek in no. 72, Bergstraatje, doet hij aan Strübe denken en toch is het anders. Het is een verdienstelijk werk, dat alleen een goed schilder maakt. Voor dit nummer geef ik zijn ander werk cadeau. No. 71 Meisje met witte blouse, hierop is schilderkunstig gezien niets op aan te merken, maar ik zou de ziel ook willen zien. No. 69 herinnert aan Servaas, maar niet als deze op zijn best is. No. 70 Stilleven, met gele bloemen is zeer goed van atmosfeer, en het zou nog meer op me inwerken, indien de voorgrond een andere kleur had. Windhausen is in ieder geval ’n schilder, waaraan aandacht gewijd behoort te worden.

      Gerrit de Morée. Zijn „Notre Dame” staat daar stevig opgebouwd en heeft stijl — er zit een dreiging in van macht en geweldigheid.
      No. 26 Damesportret maakt indruk, de aparte kleur en wat er achter leeft, bekoren me zeer.
      No. 24 Passage is niet genoeg gebonden, hoewel knap geteekend. No. 24 Don Quichotte is beter. No. 28 en 29 Reisschets (Parijs) zijn met kathedraal het beste.

      C. van Koolwijk, In 16 toont deze schilder een schoon en vredig palet. Vooral de lucht is goed en is oorzaak, dat het landschap me aantrekt, maar de grond is niet vast en de boomen staan niet in den grond geworteld. Het lijkt me een schilder, die niet doorstudeert. Misschien is hij bang van zijn werk, maar het werk moet bang zijn van hem. No. 17 heeft een te donkere lucht, dat is jammer, het zou bij een anderen hemel beter doen
      Jan Hohmann geeft in no. 9 een subliemen zandheuvel. No. 12 kinderkopje, goed geteekend maar ik had het liever wat dieper van kleur. No 8 stilleven, zou beter doen als de vrucht er uit was, dan werd het ook voornamer van toon.

      No. 10 De dame in Chineesche jas. Dit schilderij geeft aanleiding tot diverse beschouwingen. Bedoelt de schilder een genot voor het oog te demonstreeren, dan is de kleur niet fijn genoeg. Is het inwendige van zijn model hoofddoel, dan had hij meer in het gezicht moeten leggen en toch geloof ik, dat ’n fijn grijzer, achtergrond goed zou doen.
      No. 11 Irissen zijn aardig: ze doen denken aan van Goch....
      J. Ontrop verschijnt met vier doeken. No. 36 heide is het beste, er zit iets grootsch in, maar het is nog te hard. De lucht is nog het beste. Deze schilder moet meer met zijn penseel trekken en met oker zou hij meer bereiken dan met chromaat-geel. Het gevoel is frisch, een kostelijk bezit, voor een kunstenaar.
      W. Waanders. No. 64 is monumentaal opgezet, maar de kleur is niet te best en daarom is de voorstelling los van de natuur. Zijn aquarellen verraden een toekomstig meester; ik zou haast zeggen, ik zocht zoo iets in zijn olieverven vergeefs.
      In een gevel zit veel variatie en hier zijn het huizekes naast elkaar, de gracht is goed van kleur, maar ik zag er graag de heele achterbuurt in. Het portret heeft veel goeds, maar de kleur!
      C. Lanen laat ons drie portretten zien. De geteekenden zijn veel beter dan het geschilderde, toch heeft hij talent.
      Verhaaren. Goede houtsneden, aangenaam werk. Hij moet of meer detailleeren of alleen op vlakken werken, dan wordt het nog beter.

      Th. Langenhuizen met no. 21 en 22 verraadt den glazenier. Hij profiteert niet van zijn materiaal. De kleuren en de heele opzet, doen meer aan als luchtige, vriendelijke schets.
      Bertus Olieslagers. De geraniums zijn subliem, ik wilde ze graag hebben. Verreweg het beste schilderij van de expositie. Hij slaat de academici met de beenen in de lucht. Zijn boerderijen zijn goed, er ligt een mensch onder. De teekening hoewel lustig geteekend, is te verward. Hij mag wel een beetje op zijn vormen letten, die moeten door de natuur worden gedicteerd.
      P. van Gils. No. 4, Korenschoven zijn mooi, vooral de lucht doet goed, Ik had graag wat meer licht op de schoven. Het zelfportret en ook het stilleven verraadt den bestudeerden teekenaar.

      Bart van Vegchel. Ik loop direct naar dat zelfportret. Die wolk doet goed en de welving van het hoofd treft me; het schilderij is voornaam van kleur — een decoratief stuk — De bloemenmarkt no. 58 doet mij denken aan een bloemenmarkt van Marc Lieberman; ik had de figuren graag wat kalmer, zoo maakt het den indruk van veel personen en weinig volk. Toch vind ik de bloemenmarkt nog beter dan het portret, maar nog een achtergrond en marktbezoekers kon beter.
      No. 59 In terra incognita, is levendig en fijn van toon.

      No. 57 Zandheuvel, hierin maak de schilder ’t zich te moeilijk. Vincent van Goch zegt: Een menschelijk oog is niet moeilijker te schilderen dan een lucifersdoosje, dit schilderij komt mij wat hard voor.
      Voor het portret heb ik respect.

      J. Jongenelen. Met no. 15 handgeweven wandkleed. Hij leverde hiermede een [go]e[d?] stuk werk en dat zegt alles.