De Courant/Jaargang 11/Nummer 4361/Vaste sterren
‘Vaste sterren’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit De Courant, zaterdag 4 juni 1904, Bijvoegsel, [p. 1]. Publiek domein. |
Vaste sterre[n.]
Op sterrekundig gebied is onlangs door den heer Prey te Weenen een hoogst belangrijke ontdekking gedaan. Reeds lang geleden had de astronoom Auwers berekend dat de helderste vaste ster aan den hemel, Sirius, slechts 2½-maal zoo zwaar is als een ster in zijn nabijheid van de 9de grootte, dat wil zeggen met een lichtsterkte welke voor ons oog 1:10.000 van die van Sirius bedraagt. De heer Prey heeft dergelijk onderzoek ingesteld omtrent een dubbele ster in het sterrebeld Ophiuchus (den slangendrager). Door den kijker kan men twee sterren onderscheiden, een van de 4e en een van de 6e grootte. Hij heeft nu bevonden dat de ster met het zwakste licht (een verhouding van 1:6) viermaar zoo zwaar is als de zon van de 4e grootte. Vroeger reeds had prof. Schur te Göttingen den afstand dezer dubbelster van de aarde berekend en vond daarvoor 180 billioenen kilometers. Men heeft nu bevonden, dat van genoemde zon van de 4e grootte het gewicht 1/3 is van dat van onze zon, en de ster met het zwakkere licht 1 1/3 maal zoo zwaar is als onze zon, welke tot de „kleine” hemellichamen is te rekenen.