De Génestet/In nomine dei
Uiterlijk
← Cotin’s opinie | De dichtwerken van P.A. de Génestet (1877) door P.A. de Génestet | Voor schriftverklaarders → |
Uitgegeven in Amsterdam door Gebroeders Kraay. |
LXVIII.
IN NOMINE DEI.
Een haan, heel hoog en mooi gekapt,
(Braaf spits en nijdig stond zijn kuif!)
Kwam zeer tevreden aangestapt,
Hij had een kipje doodgetrapt!
In naam - natuurlijk! van een Duif,
Die, naar het zeggen van den haan,
Die arme kip niet uit kon staan....
(Braaf spits en nijdig stond zijn kuif!)
Kwam zeer tevreden aangestapt,
Hij had een kipje doodgetrapt!
In naam - natuurlijk! van een Duif,
Die, naar het zeggen van den haan,
Die arme kip niet uit kon staan....
Wat deed zoo'n Duif ook zonder haan !
†
†
- De Haan: het Klericalisme.
- De Duif: Symbool van den Geest den Vredes.
- Een Kipje: Een Kettertje.