De Génestet/Kinderzin
Uiterlijk
← De liefste plek | De dichtwerken van P.A. de Génestet (1877) door P.A. de Génestet | De proefsteen → |
Uitgegeven in Amsterdam door Gebroeders Kraay. |
KINDERZIN
’t Klein volk dat buiten zich zoo vrij
In ’t leventje verhéugde,
’t Is nu ’t weer oprukt even blij
In stad wacht nieuwe vreugde!
In ’t leventje verhéugde,
’t Is nu ’t weer oprukt even blij
In stad wacht nieuwe vreugde!
Grootmoeder is niet wel gemutst,
Daar geen der dartle kleenen,
Die zij bedroefd ten afscheid kust,
Zelfs met één oog kan weenen.
Daar geen der dartle kleenen,
Die zij bedroefd ten afscheid kust,
Zelfs met één oog kan weenen.
Wie als een kind zijn dag geniet,
Zal nooit zijn dag beklagen
En schept, wat kome, in ’t nieuw verschiet
Weer altijd nieuw behagen.
Zal nooit zijn dag beklagen
En schept, wat kome, in ’t nieuw verschiet
Weer altijd nieuw behagen.
(RÜCKERT.)